Protestant geeft geld en bidt voor vluchtelingen
Het overgrote deel (85 procent) van de gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is betrokken bij de opvang van vluchtelingen. Het gaat daarbij vooral om geldinzameling, gebed en steun aan individuele personen.
Tweederde van de kerken zegt dat de betrokkenheid de afgelopen twee jaar is gestegen en verwacht dat die de komende jaren blijft stijgen, zo blijkt uit een vrijdag verschenen onderzoek van Kerk in Actie, de diaconale organisatie van de Protestantse Kerk.
Van de kerkleden zet 26 procent zich persoonlijk in voor vluchtelingen. Geld geld geven wordt daarbij het vaakst genoemd (46 procent), gevolgd door hulp bij het leren van de Nederlandse taal of bij inburgering (45 procent) en kleding en goederen geven (40 procent). Ook geeft 32 procent aan buddy te zijn voor een persoon of gezin. Bidden wordt door 29 procent genoemd.
De uitkomsten verbazen vluchtelingenspecialist Karel Jungheim van Kerk in Actie niet. „De kerk zet zich al eeuwen in voor mensen die het moeilijk hebben en in het bijzonder ook voor de positie van vluchtelingen in onze samenleving. Nu de kerken steeds meer vertrouwd raken in contact met vluchtelingen, groeit ook de betrokkenheid.”
Deze zou, zegt Jungheim, nog hoger zijn als de samenwerking tussen burgerlijke gemeenten en kerken beter was. „Bij kerken die nog niets doen, heerst er vaak onduidelijkheid over het aantal vluchtelingen in de burgerlijke gemeente of hoe ze in contact met hen kunnen komen. Ze willen dan wel wat doen maar weten niet wat de mogelijkheden zijn.”
Jungheim signaleert dat steeds meer kerken maaltijden houden met asielzoekers of statushouders. „Landelijk organiseren we op 18 december de actie Tafels van Hoop, waarbij we alle kerken oproepen om in hun eigen plaats een maaltijd met vluchtelingen te houden.”
In 18 procent van de plaatselijke kerken hebben diensten met of voor vluchtelingen plaats en 13 procent heeft ervaring met themadiensten over vluchtelingen. In 12 procent is ook sprake van een protestactie of het schrijven van brieven aan de overheid.
Van de ondervraagden vindt 59 procent dat Nederland vluchtelingen „fatsoenlijk” opvangt. Bijna een kwart (23 procent) is het daar enigszins mee eens en 9 procent enigszins mee oneens.