In de ban van badeendjes
Sinds de plastic speeltjes in september aanspoelden, proberen Vlielanders de herkomst te achterhalen. „De winters op Vlieland zijn altijd lang, dus dan hebben we iets te doen”, aldus vindster Adele Graaff gisteren.
Op de badeendjes staat een naar men vermoedt buitenlands telefoonnummer, alleen ontbreekt daarbij het landnummer. Voor het achterhalen van de herkomst van de eendjes zijn onder andere het Kustwachtcentrum in Den Helder, het zeeonderzoeksinstituut NIOZ op Texel en reddingsmaatschappij KNRM op Vlieland ingeschakeld.
Het Kustwachtcentrum heeft als enige overigens reeds een mogelijke oplossing: de eendjes zijn wellicht afkomstig uit een container die in 1998 op de Stille Oceaan door een schip is verloren. De 28.000 badeendjes die daarbij te water raakten, zijn onder andere in IJsland en Groenland teruggevonden.
De KNRM op Vlieland zegt echter foto’s van badeendjes te hebben vergeleken. Daaruit blijkt dat het een ander type is. Verder weet de KNRM niets van badeendjes. „De annalen van de KNRM op Vlieland gaan 179 jaar terug en daar komen geen badeendjes in voor”, aldus een woordvoerder van de reddingsmaatschappij op Vlieland.
Het NIOZ vermoedt dat de badeendjes in zee zijn gegooid om de stroming in zeeën in kaart te kunnen brengen. „Maar het kan ook een wedstrijd zijn. Het is een soort modeverschijnsel aan het worden om badeendjes in een rivier te gooien en dan te kijken hoe ver ze komen”, aldus een woordvoerder van het NIOZ.