Nederland belastingparadijs of „land met gunstig vestigingsklimaat”?
De deze week gepubliceerde onthullingen uit de zogeheten Paradise Papers hebben Nederland weer volop in de schijnwerpers geplaatst als een belastingparadijs. De regels hier voorzien immers in constructies om de fiscus te ontlopen. Veel bedrijven van elders profiteren daarvan. Enkele vragen.
Er is veel ophef. Gebeurt er iets wat niet mag?
Nee, tenminste voorzover het gaat om belastingontwijking; en dat is wat anders dan belastingontduiking. Bij het eerste zoeken betrokkenen, meest ondernemingen en rijke particulieren, de mazen in de wet op en tuigen zij met behulp daarvan een slim, ingewikkeld netwerk van geldstromen op, bedoeld om de uiteindelijke heffing zo laag mogelijk te houden. Juristen en fiscalisten verdienen er een dikke boterham mee.
In deze handelwijze schuilt niks illegaals. Laten we wel wezen, we betalen allemaal liefst zo weinig mogelijk belasting en iemand die even de grens over gaat om in Duitsland goedkoper te tanken, doet eigenlijk hetzelfde: hij omzeilt de hoge accijns.
Het is vooral een morele kwestie. De publieke opinie lijkt de gang van zaken rond de reuzen uit het internationale bedrijfsleven niet langer te accepteren. Bovendien valt het voor een overheid moeilijk uit te leggen aan de doorsnee burger dat zíj het volle pond moeten afdragen, dat zíj geen mogelijkheden hebben om sluiproutes te bewandelen, dat de Belastingdienst tegen hen soms streng optreedt, en dat ondertussen multinationals de dans ontspringen.
Hoe maakt Nederland het die grote spelers gemakkelijk?
Er bestaan hiervoor diverse opties. Zo kennen we de commanditaire vennootschap (cv). Ondernemingen sluizen winsten die her en der zijn behaald naar Nederland en kunnen die in deze rechtsvorm onbelast oppotten. De fiscus hier brengt niets in rekening en de fiscus in een ander land kan er niet bij. De cv fungeert als het ware als een soort fiscaal niemandsland.
De Paradise Papers tonen aan dat bijvoorbeeld de Amerikaanse fabrikant van sportschoenen en -kleding Nike zich van dit middel bedient en daardoor miljarden euro’s onttrekt aan de schatkist in de VS. Daar is de winstbelasting met tot dusver 35 procent nog vrij hoog. Sommige concerns van elders bezitten in ons land enkel, zoals het vaak wordt aangeduid, een brievenbusfirma om van de voordelen te kunnen profiteren: geen echte vestiging, alleen een postadres.
Iets anders zijn de zogenoemde rulings. Dat zijn afspraken die de Belastingdienst maakt met bedrijven over de omvang van de heffing. Zij willen graag zekerheid op dit punt alvorens zij besluiten tot bijvoorbeeld een investering. Het draait daarbij niet om de hoogte van het tarief, maar om de vraag welke inkomsten uit welke transacties allemaal worden meegeteld in de winst. De rulings zijn vertrouwelijk en daarmee voeden zij het gevoel dat deze deals het daglicht niet kunnen verdragen. Voorts veroorzaken ze een ongelijk speelveld tussen concurrenten.
Waarom is hier sprake van een fiscaal zo vriendelijk opstelling tegenover buitenlandse ondernemingen?
Heel simpel, om die te verleiden in ons land een kantoor of fabriek te openen en op die manier bij te dragen tot meer economische activiteit en meer werkgelegenheid. Een gunstig vestigingsklimaat creëren: dat is het doel; en daar valt op zich niets op af te dingen. Alleen, de weerstand tegen de middelen die hierbij worden gehanteerd, groeit. Het is maar hoe je het noemt: je bent een belastingparadijs of een aantrekkelijk vestigingsland.
Er tekent zich internationaal, met als inzet de gunst van bedrijven, een stevige fiscale concurrentie af. Zo zijn landen bezig om de vennootschapsbelasting steeds verder te verlagen. Zij bieden tegen elkaar op. Ook Nederland doet daar volop aan mee. Rutte III heeft aangekondigd dat het de afdracht over de winst wil terugbrengen van 25 naar 21 procent. In 1980 stond het tarief nog op 48 procent! En verder is het kabinet vastbesloten de dividendbelasting af te schaffen; een voorstel waartegen de oppositie in de Tweede Kamer fel te keer gaat. zo bleek deze week opnieuw tijdens de financiële beschouwingen.
Wat zijn de plannen van het nieuwe kabinet ten aanzien van belastingontwijking?
In het regeerakkoord staat dat bedrijven die geld doorsluizen naar oorden met een laag tarief of een nultarief, zoals Bermuda, de Kaaimaneilanden, de Bahama’s, Guernsey en Andorra, in de toekomst in Nederland een heffing opgelegd krijgen, een bronbelasting. Hoe die er precies uit zal zien, weten we nog niet.
Afgelopen zomer heeft er overigens in Den Haag, naar aanleiding van eerdere onthullingen, een bescheiden parlementair onderzoek plaatsgevonden naar omstreden fiscale constructies, maar dat leverde een eindverslag op waarin geen harde aanbevelongen zijn opgenomen.
En Europa, wat doet de EU op dit vlak?
Belastingwetgeving is een nationale aangelegenheid. Daar mag Brussel zich niet mee bemoeien. Wel ligt er een voorstel om de grondslag voor de vennootschapsheffing, de wijze waarop de winsten worden berekend, te harmoniseren.
Ook belastingontwijking staat op de agenda. Deze week spraken de ministers van Financiën van de 28 lidstaten er nog over. Eurocommissaris Valdis Dombrovskis (Financiële Diensten) dringt aan op meer vaart en wil in december een besluit nemen over een zwarte lijst met belastingparadijzen buiten de EU. Die zouden vervolgens een of andere sanctie opgelegd moeten krijgen.
In opdracht van de G20 zijn ook binnen de OESO, de wereldwijde organisatie van industrielanden, afspraken gemaakt over maatregelen om belastingontwijking tegen te gaan.