Biblebelt is uniek in Europa
De reformatorische wereld in Nederland is de laatste twintig jaar enorm veranderd, constateert ds. Michael Lohrer.
In Ibbenbüren, in het Duitse Münsterland, ben ik geboren. Mijn vader was luthers, mijn moeder rooms-katholiek. Geen van beiden waren bewust christen. Op 15-jarige leeftijd werd ik uitgenodigd door een piëtistisch gezelschap. Daar mocht ik tot geloof in Jezus Christus komen.
Tegen de wil van mijn ouders volgde ik de roeping van de Heere tot het predikambt. Momenteel ben ik predikant in Lübeck aan de Oostzee.
Het is een groot wonder dat mijn ouders beiden op zestigjarige leeftijd tot levend geloof mochten komen en samen deze weg nog dertig jaar lang hebben kunnen gaan.
Ontkerstend
„In Nederland zijn er gemeenten die uitsluitend psalmen zingen”, vertelde mij een Nederlands echtpaar dat in een van onze gemeenten kwam. Dat interesseerde mij en ik wilde erheen.
Navraag bij IDEA, het grootste evangelicaal-christelijke tijdschrift in Duitsland, leerde dat niemand daar ooit van een Nederlandse Biblebelt had gehoord. Alleen hadden vooraanstaande Duitse media een paar decennia terug bericht over de polio-epidemie op de Veluwe en in Staphorst en over het feit dat een dominee in Urk vissers die de visquota van de Europese Unie hadden genegeerd van het avondmaal had geweerd. Daarbij werd ook het beeld neergezet dat bijvoorbeeld in Staphorst alle kerken en alle mensen dezelfde opvatting over de kwestie hadden, wat natuurlijk niet klopt.
Gesprekken met vooraanstaande hoogleraren uit de conservatieve hoek maakten mij duidelijk dat er in Duitsland niet zoiets als een Biblebelt bestaat. De voormalige centra van het piëtisme en de opwekkingsbewegingen in de 19e eeuw, zoals Minden-Ravensberg en Siegerland (beide in Westfalen), Dillenburgerland (Hessen) en Württemberg, zijn inmiddels zeer sterk ontkerstend.
De opwekkingsbewegingen hebben deze gebieden indertijd zeer sterk beïnvloed. Er ontstonden daarbij vooral gemeenschappen binnen de staatskerk maar ook vrije evangelicale kerken.
De piëtistische Gemeinschaftsbewegung is tot op heden het sterkst vertegenwoordigd in Württemberg, waar ongeveer 35.000 mensen ertoe behoren, maar ook in Saksen (10.000 mensen) en het Siegerland (3500 mensen). Over heel Duitsland gaat het om 250.000 aanhangers.
Het Siegerland en het Dillenburgerland kennen een hoge concentratie van Freikirchen, zoals de Vergadering van Gelovigen. Duitsland bezit negentig scholen met een evangelicale signatuur. Weliswaar bestaan er ook in Duitsland gemeenten met meer dan duizend mensen, maar dan komen ze veelal uit een omtrek van 100 kilometer of meer.
Een bijzondere situatie hebben we in plaatsen waar Rusland-Duitsers in groten getale naartoe zijn getrokken, zoals Bielefeld, Neuwied, Lage en Espelkamp. Sinds de jaren zeventig zijn namelijk zo’n 2,3 miljoen mensen vanuit Rusland naar Duitsland gekomen. Ongeveer 200.000 van hen zijn van oorsprong mennoniet. Velen van hun voorouders stammen uit de noordelijke Nederlanden, hebben namen als Dyck, Thiessen en Janzen en spreken Platduits, een taal die op het Nederlands lijkt.
In Espelkamp zijn er op 15.000 inwoners ruim 4000 lutheranen en ongeveer 8000 mennonieten. Er zijn tien gemeenten en twee christelijke scholen.
Parallelle ontwikkeling
Wanneer je als buitenstaander in Nederland met de gereformeerde gezindte in aanraking komt, krijg je de indruk dat er sprake is van een zeer grote geslotenheid. Verder vallen de overeenkomsten in de vormen op. De erediensten in de reformatorische kerken bijvoorbeeld lijken in de regel erg op elkaar, behalve dat in sommige gemeenten het psalmzingen nog langzamer dan gebruikelijk gaat, er nog langer gebeden wordt en de diensten nog langer duren.
Veel Duitsers hebben het beeld van een geseculariseerd Nederland voor ogen. Dat is aan de ene kant natuurlijk ook waar. De andere waarheid is dat er nergens in Europa zo veel nieuwe en grote protestantse kerken worden gebouwd als in Nederland. Steeds bekroop mij de vraag naar de oorzaken van deze beweging.
Op veel terreinen hadden Duitsland en Nederland een parallelle ontwikkeling. In beide landen ontstond het piëtisme, in Nederland meestal de Nadere Reformatie genoemd. Beide landen hadden opwekkingsbewegingen in de 19e eeuw. Die gingen vaak gepaard met grote maatschappelijke veranderingen. Soms werden hele dorpsgemeenschappen erdoor geraakt.
Jan Siebelink
Waarom hebben delen van deze bewegingen zich in Nederland zo sterk gehandhaafd en bij ons in Duitsland niet? Ik heb zeer veel literatuur hierover gelezen, zoals ”Welzalig is het volk” (1976) van Anne van der Meiden. In dat boek kwam ik voor de eerste keer het woord zwartekousenkerken tegen. Ik denk echter ook aan Jan Zwemers ”In conflict met de cultuur” (1992) en boeken van Fred van Lieburg en John Exalto. Bij het lezen van deze lectuur en ook van kritische geschriften heb ik geen eenduidig antwoord op mijn vraag gevonden. Waarom bleef het boerendorp Staphorst christelijk, maar het naburige Meppel niet? Waarom het vissersdorp Urk wel, maar de andere Zuiderzeedorpen niet? Er zijn sociologische en psychologische verklaringen gegeven, maar ze bevredigen me niet.
De boeken van Maarten ’t Hart en Jan Siebelink worden in Duitsland zeer veel gelezen, omdat ze door bekende uitgeverijen op de markt worden gebracht, maar nauwelijks begrepen. Ik word heel vaak aangesproken op deze boeken, omdat de daarin beschreven wereld de meeste Duitsers volkomen vreemd is. Het is trouwens onbevredigend als je eerste informatie over de Nederlandse Biblebelt uit een boek van Maarten ’t Hart moet komen.
Isoritmisch
De reformatorische wereld in Nederland is de laatste twintig jaar enorm veranderd. Hij is toch niet zo gesloten als je bij een eerste indruk vermoedt. Er zijn immers grote verschillen binnen bepaalde kerkgenootschappen. Hoe intensiever mijn contacten met mensen in Nederland werden, hoe duidelijker dit voor me werd. Dan hoor je begrippen als ”lichte gereformeerde gemeenten” of ”vlotte bonders”.
Zichtbaar zijn de veranderingen voor mij vooral op het gebied dat mij persoonlijk interesseert, de psalmzang. Er zijn van die fascinerende avonden met André Nieuwkoop, waarop isoritmische psalmen worden gezongen. Maar er zijn intussen ook reformatorische gemeenten die ritmisch zingen en enkele gemeenten voerden liedbundels als ”Weerklank” in.
Ook reformatorische boekhandels veranderden. Ik ontdek daar heel wat boektitels die je ook in Duitsland vindt, in veel sterkere mate dan enkele jaren geleden. Reformatorische boeken komen in toenemende mate in het gedrang.
Wat mij vaak heeft bevreemd, is dat vele gereformeerde christenen in hun geloof zeer onverzekerd zijn, zelfs een grote angst kennen met het oog op de eeuwigheid. In het verlengde daarvan ligt het feit dat vele werkelijk gelovige christenen geen innerlijke vrijheid hebben om aan het avondmaal deel te nemen. In dit opzicht bevinden zij zich niet in de lijn van de reformatoren. De heilszekerheid zoals de Bijbel die leert, is voor veel reformatorische christenen kennelijk een heel moeilijke kwestie.
Studiereizen
Mijn ontmoeting met de reformatorische kerken in Nederland heeft mijn geloof en mijn leven enorm verrijkt. Zo heb ik de Geneefse psalmen opnieuw leren kennen. Daarom organiseerde ik vanuit Duitsland twee studiereizen, ”Auf den Spuren der Psalmen singenden Kirchen”, naar Nederland.
Door de schilder Albert Wessels in Rijssen leerde ik de ”Pelgrimsreis” van John Bunyan opnieuw waarderen. En de zondagsheiliging kreeg een aparte plaats in mijn leven. Die werkt door in mijn preken en ons gemeentewerk.
De auteur is predikant van een gemeente in Lübeck die deel uitmaakt van het Verband der Gemeinschaften in der Evangelischen Kirche in Schleswig-Holstein.