Lagere eigen bijdrage langdurige zorg
De eigen bijdrage in de langdurige zorg gaat per 1 januari volgend jaar omlaag, heeft het kabinet vrijdag besloten.
De eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen en vermogen. Het percentage van het inkomen dat meetelt voor de berekening van de eigen bijdrage wordt verlaagd van 12,5 naar 10 procent.
De maatregel is gericht op mensen die blijvend intensieve zorg nodig hebben aan huis of zelf in een verpleeghuis verblijven terwijl hun partner thuis woont. Ruim 30.000 mensen gaan erop vooruit door de maatregel, vooral mensen met een middeninkomen. Zij betalen 30 tot 150 euro minder per maand. Dit is de eerste stap van het kabinet om de stapeling van zorgkosten aan te pakken.
Het kabinet heeft gisteren tevens besloten de AOW-leeftijd in 2023 niet te verhogen. Dat besluit lag in de lijn der verwachting omdat in de laatste raming van het CBS de levensverwachting in genoemd jaar voor de 65-plusser iets korter is dan eerder ingeschat.
In 2023 krijgen mensen dan net als in 2022 AOW als ze 67 jaar en drie maanden oud zijn. Daarmee gaat de AOW-leeftijd voor het eerst sinds 2013 niet omhoog. De AOW-leeftijd is vanaf 2022 gekoppeld aan de levensverwachting die berekend wordt door het CBS.
„In de kern is het niet zo goed nieuws”, aldus minister Koolmees (Sociale Zaken) gisteren. „We zien uit de CBS-cijfers dat de levensverwachting iets achterblijft bij wat we eerder hadden verwacht. Tegelijkertijd zie je dat die de komende jaren wel blijft stijgen. Dat is dan weer positief nieuws”, aldus de bewindsman.
Het besluit heeft volgens hem geen consequenties voor de overheidsfinanciën.