Beatrice de Graaf presenteert persoonlijke studie over angst en veiligheid
Terrorismedeskundige Beatrice de Graaf heeft bij het schrijven van ”Heilige strijd” geluisterd naar Augustinus. De kerkvader kan volgens haar een belangrijke inspiratiebron zijn voor het ontwikkelen van een christelijke visie op geweld, het kwaad en veiligheid.
Bij de presentatie van het boek ”Heilige strijd”, gisteravond in Ermelo, kreeg De Graaf voor haar stelling bijval van dr. René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, en van fractievoorzitter Segers van de ChristenUnie in de Tweede Kamer.
In Augustinus’ dagen bedreigden rondzwervende christelijke bendes –”heilige strijders”– het voortbestaan van de christelijke kerk. De kerkvader ondersteunde weliswaar fysiek verzet tegen de dreiging van geweld en opstand (bijvoorbeeld met (lijf)straffen en veroordelingen), maar wees zijn toehoorders er evenzeer op dat de geest van haat en agressie ook hun harten kon bezetten, stelt De Graaf. Het onderscheid dat de kerkvader maakte tussen de kleine strijd met de ander en de grote strijd met jezelf, kan volgens De Graaf ook vandaag een wegwijzer zijn. De onderzoekster signaleert een verandering in het spreken over het kwaad. „Na de Tweede Wereldoorlog volgde op de vraag waar het kwaad vandaan komt, meteen de vraag waar God dan was in Auschwitz. De vraag naar het kwaad wordt nog wel gesteld, maar God wordt er niet meer bijgehaald.”
Het verlangen naar veiligheid uit zich, zo betoogde De Graaf, veelal in wraakzuchtige, onbarmhartige taal. „Met risicomanagement proberen we iedereen die onze veiligheid dreigt aan te tasten buiten te sluiten. De roep om langere straffen en petities voor een strengere tbs zijn voorbeelden hiervan. Het kwaad is ”de ander”. Wraaklust maakt onze samenleving echter juist kwetsbaarder en angstiger.”
Ook een christen mag zeggen dat hij bang is, aldus De Graaf. „De christelijke traditie heeft echter wel een antwoord op deze angst. Ze weet van het einde van het kwaad, waar God Zelf voor zorgt.” Voor de christen geldt ondertussen de leefregel van Micha 6:8 (waarin het gaat over recht doen, weldadigheid liefhebben en ootmoedig wandelen met God), aldus De Graaf. Zo kan hij „de liturgie van de hoop” vormgeven. „Onder meer met demonstraties en acties tegen angst en geweld, of door mensen in nood te helpen, ook al weet je dat het een druppel op een gloeiende plaat is.”
De realiteit van het kwaad is, dat het niet alleen in de ander of in structuren zit, maar evenzeer in onszelf, vulde dr. De Reuver aan. „Elke christelijke traditie die niet al te oppervlakkig is, weet ook van de worsteling met het kwaad. Je hoeft de Bijbel maar open te slaan. Maar het wordt wel in perspectief gezet. We leven na Pasen.” Dr. De Reuver citeerde uitvoerig Romeinen 12: „Vergeld geen kwaad met kwaad, laat de wraak aan God.”
„Soms houd ik mijn hart vast”, reageerde ChristenUnieleider Segers. „Met diaconaat en politiek gaan we als christenen de kleine strijd tegen het kwaad in de samenleving aan, maar we zouden de grote strijd, onder meer tegen het ongeloof in ons eigen hart, weleens kunnen verliezen. Lukt het ons als ouders, als kerk wel om het geheim van het Evangelie te bewaren en het mysterie van Jezus Christus over te dragen aan de volgende generatie? Maar toch! Ook Dietrich Bonhoeffer is een inspiratiebron. Hij ging in de Tweede Wereldoorlog de kleine strijd aan omdat hij anders het recht zou verspelen om het Evangelie te verkondigen.”
De Graaf schreef ”Heilige strijd” op verzoek van de Protestantse Kerk in Nederland. Eerder dit jaar sprak ze over hetzelfde onderwerp tijdens een bezinningsochtend van de synode. De PKN wil met dit essay een bijdrage „vanuit protestants perspectief” leveren aan het publieke debat rond het thema veiligheid. „We willen vanuit onze geloofsovertuiging thema’s belichten die breed spelen in onze veelkleurige samenleving”, aldus dr. De Reuver.
„Het voelt als een eerste boek”
”Heilige strijd” is het 21e boek dat Beatrice de Graaf, hoogleraar geschiedenis van de internationale betrekkingen in Utrecht, publiceert. „Maar het voelt wel als een eerste boek, omdat het persoonlijker is dan alle eerdere uitgaven”, zei ze gisteren bij de presentatie in Ermelo. „Voetnoten staan er wel in dit essay, maar niet alles is wetenschappelijk onderbouwd. Deels berust het boek op wat ik geloof en hoe ik denk over de vraag hoe je je zou kunnen verhouden tot angst en veiligheid.”
De Graaf leeft met haar gezin mee met de protestantse wijkgemeente Jacobikerk in Utrecht, „waar we in de wekelijkse kerkdiensten mogen zingen van Gods triomf over het kwaad.” „Daar kom ik elke zondag weer thuis. Daar komen ronddwarrelende gedachten over kwaad en onveiligheid tot rust.”