Economie

Waterbuffel tussen klaver en boterbloem

Als één man staat de kudde waterbuffels op als boer Arjan Swinkels (37) aan komt lopen. Hij zet het hek open en begeleidt zijn dieren naar het weiland achter De Stoerderij. Het is een wonderlijk gezicht: een kudde waterbuffels tussen boterbloemen, klaver en wilgenbomen.

Theo Haerkens
18 October 2017 21:50Gewijzigd op 17 November 2020 02:37
beeld Theo Haerkens
beeld Theo Haerkens

De Stoerderij is de plek waar Swinkels de buffels melkt en ijs en yoghurt produceert die hij samen met pakketten vlees in zijn winkel verkoopt. Hij heeft zichtbaar plezier in zijn dieren. „Ze zijn zo totaal anders dan koeien, laag op de poten, kleine uier, veel dikker dan een melkkoe en ze geven ook nog veel minder melk. Acht liter per dag in plaats van veertig.”

Swinkels voert zijn bedrijf in de oude boerderij die zijn opa begon en die zijn vader beëindigde omdat oprukkende bebouwing verdere ontwikkeling in de weg zou staan en er geen opvolger was. Hij huurt de gebouwen en de grond van zijn moeder en houdt zijn jonge vleesstieren in een natuurgebied van Staatsbosbeheer.

Streekeigen

Swinkels en zijn broer gingen naar het vwo en hun zus naar de havo. „En dan word je dus geen boer”, stelt hij eenvoudig. De werkelijkheid blijkt gecompliceerder. Swinkels dacht aan bos- en natuurbeheer in Wageningen, maar kon het sociale leven in zijn geboortedorp niet missen. Daarom koos hij voor marketing en sportcommunicatie in Tilburg.

Op zijn dertigste begon het boerenbloed alsnog te kriebelen en schoolde hij zich bij. „Ik wilde vooruit, naar vroeger”, zegt hij gevat. In Frankrijk zag hij hoeveel er werd betaald voor streekeigen producten. En ook dat veel boeren alleen maar melk produceerden. „Ik wilde ondernemen, zelf iets met melk doen en zo mijn geld verdienen.”

Een melkquotum kopen was in 2009 te duur. Geiten houden werd in verband met de Q-koorts ontmoedigd, en dus viel zijn oog op de waterbuffel. Van hun melk maakt hij zelf paneer –ook wel Indiase kaas genoemd–, ijs en yoghurt die hij via winkels in de buurt aan de man brengt. In de winkel thuis verkoopt hij daarnaast pakketten buffelvlees van de stierenkalveren die hij opfokt.

Met de vrouwelijke dieren bouwt hij aan zijn veestapel van nu 56 buffels. Elf melkt hij er twee keer per dag. Vier laten zich niet melken, maar houdt hij aan om sneller te groeien. Verder heeft hij twaalf stuks jongvee die nog geen melk geven. De rest zijn vleesstiertjes.

Opluchting

De eerste negen kalveren die hij kocht konden in 2012 voor het eerst worden gemolken. Door de kleine schaal wist hij zijn bedrijf vier jaar te combineren met zijn kantoorbaan. Opluchting voelde hij toen hij vorig jaar de knoop doorhakte om volledig voor zijn bedrijf te gaan. Swinkels’ moeder, van wie hij de gebouwen en de grond pacht, schenkt koffie. Zelf woont hij op een flatje in Eindhoven.

Marketing is belangrijk voor zijn bedrijf. Hij houdt er een gelikte website op na, verkoopt bedrukte mutsen en T-shirts, organiseert rondleidingen onder het motto ”Knuffel de buffel”, laat zijn beesten adopteren, geeft zogeheten vriendschapscertificaten uit en een nieuwsbrief waarin hij trots meldt dat de provincie hem in mei tot Groen Bedrijf van de Maand heeft verkozen. „Kijkers worden klanten”, formuleert hij de gedachte erachter. Hetzelfde geldt voor de media: ook kijkers en lezers weten hem te vinden.

De Turks-Nederlandse gemeenschap kent de vette buffelmelk van huis uit en maakt daar yoghurt van. „Als je één Turk kent, ken je ze allemaal”, grijnst hij tevreden. Van een Indiase man leerde hij paneer te maken, een soort tofu, die eveneens grif van de hand gaat. De inwoners van de wijk tegenover de boerderij kopen graag zijn rauwe melk.

Swinkels vertelt graag over zijn bedrijf, dat hij „heel ouderwets of heel nieuw” zelf financiert. „Ik kan morgen mijn dieren verkopen en stoppen.” Uitsluitend melk produceren vindt hij maar zozo, en mozzarella maken „doen de anderen al.”

Crowdfunding

Hij wil juist nieuwe dingen doen, zoals vlees verkopen met crowdfunding via internet. Op het erf staan twee spierwitte containers, de ene om yoghurt en ijs te maken, de andere om vlees in porties te verdelen en te verpakken. „Ik stuur het op, maar afhalen kan ook.” Zijn oude stier ging als eerste in de vorm van biefstuk, entrecote, riblap, sukade en gehakt het land in. „Hij was vier jaar en had al twee keer geprobeerd me aan te vallen. Hij werd te gevaarlijk.” Nu loopt er een jong stiertje bij de kudde dat zich nog geen gekkigheid in de kop haalt maar wel zorgt voor een nieuwe generatie stoere buffelkalveren.

Rij- en trekdier

De waterbuffel komt oorspronkelijk van het vasteland van Zuidoost-Azië. Hij wordt daar en in de omringende landen al duizenden jaren gebruikt als rij- en trekdier. Het aantal in het wild levende dieren wordt geschat op niet meer dan een paar duizend.

Stieren kunnen wel 1300 kilo wegen, de koeien halen zo’n 800 kilo. Er zijn gebieden waar de dieren niet zo groot en zwaar worden. De kromme hoorns kunnen 2 meter overspannen.

In Italië worden buffels gehouden voor mozzarella di bufala, een zachte kaas. De huid levert taai leer op.

Bijzondere boerderijen

Niemand kijkt er vreemd van op als een boer koeien, varkens, kippen, schapen of geiten houdt. Maar hoe verdien je een inkomen met edelherten, paarden, buffels of insecten? Deel 4 (slot) in een serie over vier bijzondere boerderijen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer