Koenders ziet goede kans op EU-agentschap
Nederland heeft een goede kans om het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) naar Amsterdam te halen. Minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) zei dinsdag na overleg met zijn Europese collega’s in Luxemburg hoopvol te zijn.
„De grote winst van vandaag is dat het Nederlandse bod alom werd geprezen. Uiteraard is er forse concurrentie, en daarom gaat de strijd ook gewoon door”, aldus de vertrekkende bewindsman. Hij verwacht dat er nog „eindeloos” tussen landen word gepraat. „Ik kan u verzekeren dat Nederland geen gekke Henkie is en goed onderhandelt.”
Het EMA en de Europese Bankautoriteit (EBA) moeten in 2019 uit Londen weg zijn omdat de Britten dan uit de EU stappen. De bewindslieden onderhandelden voor het eerst over welke landen de twee agentschappen mogen hervestigen. Nederland is met achttien andere lidstaten kandidaat voor het EMA en is bereid een nieuw gebouw op de Amsterdamse Zuidas neer te zetten. Voor de EBA hebben acht landen interesse, maar Nederland niet.
„Wij verwachten een zekere eerlijkheid in de spreiding”, zei de Slowaakse staatssecretaris Ivan Korcok, die ijvert voor de verhuizing van het EMA naar Bratislava. Koenders vindt het geen argument „dat iedereen een plekje moet hebben, terwijl het om het doel gaat. Het gaat over de bescherming van patiënten, het is geen politieke trofee.” Hij wees erop dat het personeel van het EMA heeft aangegeven graag naar Amsterdam te verhuizen.
Voor het EMA heeft de Nederlandse regering ook Wouter Bos, oud-minister van Financiën en sinds 2013 bestuursvoorzitter van het Amsterdamse academisch ziekenhuis VU, ingezet „om punten te verzamelen”, zoals Koenders zei, bij andere landen. Het definitieve besluit over de nieuwe locaties wordt op 20 november genomen. Dan stemmen de ministers in drie ronden via een ingewikkeld puntensysteem. „We zijn op hoog niveau aan het schaken, maar wel schaken met een doel”, aldus Koenders.