Lviv: kom op, een muts op, want het is herfst
„Waar is je muts?!” Het vrouwtje-op-leeftijd van de bloemenkraam wijst naar mijn hoofd. Het is wat herfstig, maar ik heb het niet koud. Toch dringt ze aan. „Straks vat je kou, malle jongen!”
Bij een andere kraam kies ik een wollen hoofddeksel uit. Als ik haar opnieuw passeer knikt ze me streng goedkeurend toe.
In Oekraïne is de macht van de gewoonte absoluut. Als het kouder wordt, doe je een muts op. In de loop der jaren heb ik met veel gewoonten rekening leren houden en ben ik sommige zelfs gaan waarderen.
Enkele gewoonten zijn vanzelfsprekend. Zo zijn mannen galant. Je houdt de deur open voor vrouwen en in de marsjroetka, de minibus, maak je plaats voor ouderen en kinderen. Dit zijn ongeschreven regels waar geen vrouwtje-op-leeftijd op hoeft te letten: men houdt zich eraan. Wat dat betreft is Oekraïne stukken socialer dan Nederland.
Om sommige gewoonten te leren kennen, moet je langer in Oekraïne verblijven. Zo is het ongepast om met lege handen op bezoek te gaan en trek je je schoenen uit als je ergens naar binnengaat. Als ontvangende partij is het not-done om de bezoeker over de drempel de hand te schudden, want dat brengt ongeluk. Dus óf je stapt naar buiten om de bezoeker te begroeten, óf je nodigt hem eerst binnen. In bepaalde delen van Oekraïne geldt nog een extra regel: schudt vrouwen niet de hand, want dat schept afstand; groet liever met een welgemeende hoofdknik of met een kus op de hand.
Maar er is meer. Een deuntje fluiten op straat moet je niet doen. Niemand zal je erom bestraffen, maar men zal je wel mijden. Want een man die fluit op straat is een schooier en een fluitende vrouw is van lichte zeden. Als je fluit, vliegt bovendien je geld weg.
Sommige gewoonten zijn lastig om je eigen te maken, simpelweg omdat de cultuurverschillen te groot zijn. Neem nu de kraamvisite. Als je een pasgeborene komt bewonderen, neem dan veel zoetigheid mee: suikerbeesten, chocola, het maakt niet uit, als het maar véél is. Maar let op: deel géén complimenten uit over de baby, hoe wonderschoon ook, want dat brengt niets goeds voor de toekomst. Als je het toch doet –en soms gaan hier de vrouwtjes-op-leeftijd zelf in de fout– spuug de woorden dan weer uit. Om die reden volgt op een compliment vaak „tfoe tfoe tfoe”, zo van: „ho wacht, dit heb ik niet gezegd.”
Er zijn natuurlijk grenzen. Bij kraamvisites ben ik liever mezelf. Maar veel andere gewoonten heb ik overgenomen. Zo heb ik er inmiddels een hekel aan als mensen met hun schoenen aan m’n huis instampen. Vrouwen geef ik geen zakelijke hand meer, maar liever een kneepje in de vingertoppen of, beter nog, een kus op de wang. Uiteraard kom ik nooit meer met lege handen op bezoek. En als ik de visite uitlaat, loop ik met ze mee, over de drempel, tot hun auto of de tramhalte, om pas daar afscheid te nemen.
En mensen kom op, het is herfst. Doe een muts op…