Binnenland

Advies: doe procedure onteigening Hedwige over

De rechtbank Zeeland-West-Brabant moet opnieuw een besluit nemen over de onteigening van de gronden in de Hedwigepolder. Dat concludeert althans advocaat-generaal mr. Jules van Oven van de Hoge Raad in een advies aan het hoogste rechtsorgaan.

Van onze correspondent
29 September 2017 20:38Gewijzigd op 17 November 2020 02:29
De onteigening van gronden in de Hedwigepolder moet over, adviseert een advocaat-generaal aan de Hoge Raad. beeld ANP
De onteigening van gronden in de Hedwigepolder moet over, adviseert een advocaat-generaal aan de Hoge Raad. beeld ANP

Van Oven vindt dat de rechtbank in zijn uitspraak van 8 juni 2016 het Koninklijk Besluit niet streng genoeg heeft gecontroleerd. De optie van ontpoldering van de Hedwigepolder zonder onteigening is onvoldoende onderzocht, aldus de advocaat-generaal.

Bij de Hoge Raad loopt een cassatieverzoek van eigenaar van de polder Géry De Cloedt. Die wil eigenaar van de Zeeuws-Vlaamse polder blijven en kwam in het geweer toen de rechtbank in Middelburg besliste dat de staat mocht doorgaan met onteigening. Dat vonnis volgde op het aanbod van De Cloedt om, als ontpoldering onvermijdelijk was, deze zelf uit te voeren op kosten van de staat. De Cloedt redeneerde dat onteigening dan niet meer nodig zou zijn.

De advocaat-generaal vindt dat de uitspraak van de rechtbank in Middelburg moet worden vernietigd, omdat de rechtbank de optie van ontpoldering zonder onteigening onvoldoende heeft uitgediept. Van Oven stelt dat er inderdaad geen noodzaak meer is voor onteigening na dit aanbod van De Cloedt om de ontpoldering zelf ter hand te nemen, de zogenaamde zelfrealisatie.

De Cloedt is eigenaar van een groot baggerbedrijf en zegt ook in staat te zijn deze klus te klaren. Van Oven voegt eraan toe dat de noodzaak van onteigening bij het aanbod van De Cloedt óók ontbreekt nu de staat (als onteigenende partij) van plan was de kosten van de ontpoldering voor zijn rekening te nemen. Het zou, aldus het advies, niet redelijk zijn als de staat dat zou weigeren nu De Cloedt heeft aangegeven het werk zelf te willen realiseren.

„De noodzaak van onteigening staat of valt volgens mij met het antwoord op de vraag of de onteigenende partij door te weigeren die kosten te dragen redelijk handelt”, schrijft de advocaat-generaal, die een onderscheid maakt tussen een lucratieve en een niet-lucratieve bestemming. Weigeren om de kosten te dekken bij werk met een lucratieve bestemming kan Van Oven billijken, maar bij ontpoldering is sprake van een niet-lucratieve bestemming en dan is het redelijk dat de staat betaalt. De staat wil de agrarisch gebruikte gronden in de Hedwigepolder namelijk in het algemeen belang omvormen tot buitendijks natuurgebied.

De Hoge Raad kan het advies al dan niet volgen en doet op 2 februari uitspraak. Een advies van een advocaat-generaal wordt in ongeveer driekwart van de zaken overgenomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer