Vol van de Geest
Efeze 1:7
„In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom Zijner genade.”
Het zal onze volkomen verlossing zijn en de officiële erkenning van onze algehele bevrijding, wanneer wij door deze Geest van God en van Christus naar ziel en lichaam volmaakt vernieuwd zullen zijn naar het beeld van de Eerstgeborene. Dan zijn we niet slechts vrij van de zonde en van de dood, maar tevens gelukkig en in het bezit van alle goeds.
God heeft gewild dat deze Geest zou vloeien van Christus als het Hoofd naar ons als Zijn leden. Door die Geest wordt ons gegeven dat wij God, weliswaar ten dele, kennen en liefhebben zoals wij door Hem gekend en bemind zijn, en dat wij daarom het ware geluk zullen genieten.
Christus heeft die Geest zonder maat ontvangen. Wij allen ontvangen Hem echter met een zekere maat uit Zijn volheid. En daarom heeft Hij terecht aangaande Zichzelf verkondigd dat niemand tot de Vader kan komen dan alleen door Hem, en dat niemand de Vader kan kennen dan alleen als Hij het openbaart. En daarom, allen die ooit sinds de schepping van de wereld God hebben leren kennen, of Hem nu of in de toekomst nog leren kennen, zijn daarom deelgenoten van Zijn gerechtigheid. Zij zijn door Christus als het eeuwige Woord van God met deze Goddelijke Geest begiftigd.
Martin Bucer, predikant te Straatsburg
(”De brief van Paulus aan Efeze”, 1527).