SOS voor Rohingya’s
Hoe ontstaat islamitisch terrorisme? In ieder geval komt het niet uit de lucht vallen. Uit het Irak van na Saddam Hussein weten we dat discriminatie van soennitische moslims door sjiieten een cruciale factor was bij het ontstaan van terreurbeweging Islamitische Staat (IS).
Nu IS in het Midden-Oosten op zijn retour is, zoekt de terreurgroep elders in de wereld en vooral ook in Zuid-Azië en Zuidoost-Azië naar nieuwe vestigingsplekken en uitvalbases. Landen waar (soennitische) moslims worden gediscrimineerd of waar bestuurlijke chaos heerst zijn favoriet.
Myanmar, het vroegere Birma, zou weleens zo’n uitvalsbasis kunnen worden. Ook daar is sprake van grove onderdrukking van moslims. Al tientallen jaren worden de ruim 1 miljoen moslims die het land telt en die bekendstaan onder de naam Rohingya’s gediscrimineerd, mishandeld en vermoord door het Myanmarese leger. Rohingya’s leven al sinds 1947 binnen de grenzen van Myanmar, maar ze worden door de regering niet erkend. Ze hebben er zelfs geen naam en zijn in feite niet-bestaand. De enige omschrijving waarmee hun bestaan wordt toegegeven is die van „illegale indringers” uit buurland Bangladesh.
Nu worden in de etnische lappendeken die Myanmar heet, tal van bevolkingsgroepen maar moeizaam erkend door de Birmanen, de grootste etnische bevolkingsgroep, die ook het leger en de regering domineert. Maar zo bont als ze het maken tegenover de Rohingya’s is ongekend.
Het moorden, verkrachten en verdrijven van tienduizenden Rohingya’s is internationaal vrijwel onopgemerkt gebleven en het heeft al helemaal geen gevolgen gehad voor de Myanmarese regering, die hiervoor verantwoordelijk is. Daarvoor heeft ook de internationale gemeenschap –Nederland incluis– geen excuus. Zodra een bevolkingsgroep ergens onmenselijk wordt behandeld, zijn we geroepen om als ménsen –dat is als beelddragers van God onze Schepper– te denken en te handelen. Het betekent principieel dat dan excuserende factoren als vreemde taal, dito cultuur, grote afstand of een „akelige” religie wegvallen. Mensen zien dan nog enkel médemensen en handelen daarnaar.
In Myanmar zelf is van dat laatste allerminst sprake. Dat Rohingya’s moslims zijn speelt zeker een rol bij hun vervolging. Leger en regering staan in Myanmar onder invloed van boeddhistische monniken die felnationalistisch zijn en van de weeromstuit anti-islamitisch (en antichristelijk).
Wat verder meespeelt is dat het formeel democratisch geworden Myanmar nog altijd achter de schermen wordt gedomineerd door leden van de militaire junta. In het land lijkt alles veranderd, qua denken en doen is er nog veel bij het oude gebleven en de Rohingya’s ervaren dat aan den lijve.
De prijs die het land hiervoor gaat betalen zou weleens een hoge kunnen zijn. Vorige week werden vanuit Myanmar aanslagen gemeld, gepleegd door het Arakan Rohingya Salvation Army, een guerrillabeweging die de jarenlange vernedering zat is.
Het zou zomaar kunnen dat IS deze groep een handje komt helpen.