De aanklager kwam tot de strafmaat vanwege het extreme geweld dat door de verdachten is gebruikt en het gebrek aan berouw. De 80-jarige Leen Polderman werd bij de overval zo zwaar mishandeld dat hij enkele weken daarna aan zijn verwondingen is bezweken.

Officier van justitie R. Jeuken kon donderdag nauwelijks de goede woorden vinden om zijn afschuw over de gewelddadige overval weer te geven. „Weerzinwekkend. Een tachtigjarige man is, zonder dat hij ook maar enige kans had, op een gruwelijke wijze met een hamer bewerkt en afgeslacht.” Om zijn afschuw te vertalen in een forse gevangenisstraf eiste hij tegen drie jonge Roemenen, de 20-jarige F. N., de evenoude S. D. en de 21-jarige D. G., gevangenisstraffen van vijftien tot achttien jaar.

F. N., die bij de overval verschrikkelijk tekeer was gegaan en achttien jaar cel tegen zich hoorde eisen, verblikte of verbloosde nauwelijks. Tijdens de rechtszaak toonde hij geen enkele emotie. S. D. zorgde al voor de zitting voor de nodige commotie, door in het cellenblok volledig door het lint te gaan. Er waren vier potige parketwachters nodig om hem in bedwang te houden. Zijn zaak werd uit voorzorg apart behandeld en D. woonde de behandeling geboeid bij.

De politie hield de drie jonge Roemenen aan na een klopjacht in de buurt van de Hansweertse woning. De mannen waren in het bezit van ruim 4000 euro en diverse sieraden die uit de woning van het echtpaar afkomstig bleken te zijn. De drie hebben de overval bekend.

De Roemenen konden worden aangehouden omdat een medeplichtige, D. M., met de auto op de vlucht was geslagen nadat een ambulance onder politiebegeleiding langs hem reed. Het drietal moest daarop te voet vluchten. Ook gebruikten zij een gestolen mobiele telefoon van het echtpaar, waardoor zij snel konden worden getraceerd.

Half mei werden in deze zaak nog twee mannen en een vrouw uit Roemenië aangehouden. Deze broers, I. M. (34) en D. M. (41), hoorden elk zeventien jaar cel tegen zich eisen. Tegen de 35-jarige Roemeense vriendin van D. M. eiste de officier één jaar cel, omdat haar aandeel veel kleiner zou zijn.

Eind mei werden vervolgens nog twee Nederlanders gearresteerd. De rechtszaak tegen hen vond vrijdag plaats. Zij gelden als initiators van de overval. De twee neven, J. van P. uit Zierikzee en D. H. uit Oisterwijk, zochten begin dit jaar een adres om te overvallen en hadden het huis van Polderman uitgekozen. Er zou zeker 60.000 tot 100.000 euro in huis liggen, plus de nodige sieraden. De Roemeen I. M., die bij H. op het woonwagenkamp in Oisterwijk bivakkeerde, had wel oren naar een overval en schakelde zijn broer D. M. in. Die ging op zijn beurt naar Italië en haalde de drie in armoede en de illegaliteit levende D., G. en N. naar Nederland.

Volgens het plan zouden deze drie de overval moeten plegen. Van P. loodste de Roemenen naar de woning in Hansweert. Een eerste poging om in te breken, werd afgeblazen. Daags daarna gingen de drie jongelui en D. M. terug. Ze werden geïnstrueerd om hoe dan ook met een buit het pand te verlaten. En als Polderman zou tegenstribbelen, dan moest er flink geweld worden gebruikt.

De drie jongelui, gewapend met een flinke klauwhamer en een autobandenlichter, sloegen een ruit in. Polderman, die op het kabaal afkwam, werd door N. enkele keren hard met de hamer op het hoofd geslagen. Toen hij zwaargewond op de grond lag werd hij nog eens vol in het gezicht getrapt. Poldermans echtgenote werd tegen de verwarming gesmeten en beiden werden vastgebonden. Nadat Polderman nogmaals was toegetakeld, werd hij extra stevig vastgebonden. De drie vertrokken met 4000 euro, een mobiele telefoon en wat sieraden. D. M. was toen al verdwenen. Doordat mevrouw Polderman zich snel kon bevrijden, kon ze de politie waarschuwen. Doordat een ambulance in de buurt was wegens een andere oproep, kon het het echtpaar snel hulp worden geboden.

De rechtbank wijst vonnis op 28 oktober.