Verdubbeling overlast eikenprocessierups
Opnieuw zorgt de eikenprocessierups voor veel overlast. Hoveniersbedrijven zijn druk met het wegzuigen van nesten langs fietspaden en andere plaatsen waar veel mensen komen. Bezuinigen op preventief spuiten blijkt geen handige strategie. De overlast is zeker twee keer zo groot als vorig jaar.
De mannen in afgesloten witte overalls met gasmaskers maken weer lange dagen om nesten van de eikenprocessierups weg te zuigen. De overlast varieert, maar is zeker twee keer zo groot als vorig jaar.
Als de temperaturen oplopen, is het weghalen van nesten geen lolletje, verzekeren de bestrijders. „Je moet net zo zorgvuldig gekleed zijn als de mensen die asbest verwerken, en dan ben je blij als je het vier of vijf uur volhoudt.”
Met hun grote stofzuigers halen ze de nesten met plaagrupsen uit de bomen of uit het gras waar de rupsen zich overdag ophouden. Een aantal bedrijven besproeit de nesten met lijm, om ze vervolgens in plastic te wikkelen. De lijm vormt een kapsel om het nest en vangt de giftige kleine haartjes op die de rupsen vanuit hun huidplooien afschieten. Zo kunnen de minuscule haartjes zich niet verspreiden.
Twan Verhoeven van Kuppen Boomverzorging in Mill heeft er goede ervaringen mee. „Voorheen gingen we de nesten wel met branders te lijf, maar door de luchtwervelingen als gevolg van de hitte verspreiden ook de brandhaartjes zich, dus dat doen we niet meer.”
Het is aanzienlijk drukker dan vorig jaar, vooral waar in april en mei niet preventief is gespoten. „Acht keer zo erg”, meldt Harrie Vaessen van groenbedrijf Vaessen in Maasbree. Particulieren die dachten dat ze van de rupsen af waren, betalen daar nu de tol voor, want opnieuw moeten er nesten worden weggehaald.
Volgens Vaessen zijn de meeste van de 25 gemeenten in Brabant en Limburg, waar hij actief is, wel overtuigd van het nut van preventie. „Daar zijn nu geen brandhaarden.”
Aanzienlijke overlast
Ook Henk Scherpenzeel van Boomtotaalzorg in Schalkwijk meldt het „gruwelijk druk” te hebben. Hij werkt met drie teams van twee man en signaleert een toename van 30 tot 50 procent in Midden-Nederland, waar hij actief is tussen Zoetermeer en Hilversum. Op de Utrechtse Heuvelrug is de overlast aanzienlijk.
Ook in Drenthe, waar vrijwel overal eiken staan, wemelt het van de processierupsen. „Het zijn er drie tot vier keer zo veel als vorig jaar”, meldt Roel Timmermans uit Uffelte, die met vijf teams werkt in Noord-Nederland, Overijssel en de Noordoostpolder. „Op sommige stukken is het dweilen met de kraan open.” Vorige zomer zijn hier drie keer zo veel vlinders gevangen als in het jaar ervoor, dus verbaasd is hij niet. „Vanwege het weer begin dit jaar dachten we nog dat het kon meevallen, maar de voorspellingen komen precies uit.”
Twan Verhoeven meldt in de regio Nijmegen, waar hij werkt, een verdubbeling van de overlast. „We hebben het een paar jaar rustig gehad, de gemeenten zaten erbovenop met preventief spuiten.” Doordat de overlast verminderde en omdat gemeenten bezuinigden, was er minder preventie.
Verhoeven heeft nu snoeiklussen uitgesteld om meer te kunnen ruimen. „Snoeien werd ook gevaarlijk voor onze medewerkers, je wilt geen nest raken met een kettingzaag.”
Op dit moment heeft hij samen met zusterbedrijf De Nationale Bomenbank acht bestrijdingsteams: „We willen naar twaalf tot vijftien, maar het is moeilijk om aan personeel te komen.”
Niet verstandig
De bestrijders zijn het erover eens dat bezuinigen op preventie niet verstandig is geweest. „Het kost een klap geld”, erkent Scherpenzeel, „maar een nest laten weghalen is ook duur. Voor een uurtje werk met twee man moeten we toch 230 euro rekenen. Dat zijn voorrijkosten, maar ook kosten voor overalls die maar één keer kunnen worden gebruikt en dan moeten worden vernietigd.”
Beschermde rups hindert strijd
Bestrijders van de eikenprocessierups geven de voorkeur aan preventieve bestrijding met bacteriën of nematoden, kleine wormpjes die de rupsen binnendringen en van binnenuit leegeten. Nesten krijgen dan niet de kans zich te ontwikkelen tot een plaag.
Soms leven er ook beschermde vlinders op een eik en dan is preventieve bestrijding niet toegestaan, aldus Kars Veling van de Vlinderstichting. De eikenprocessierups mag daar zelfs niet worden bestreden als de beschermde soort pas later tot ontwikkeling komt.
Hij heeft er begrip voor dat rupsenbestrijders dat jammer vinden. „Je kunt ze daar wel achteraf bestrijden, heel gericht zonder dat andere soorten in het gedrang komen.”
Veling wijst erop dat ook niet-beschermde soorten, zoals de kleine wintervlinder die ook op de eik leeft, van groot belang zijn voor de koolmees, die er zijn jongen mee voedt. „Je moet ze niet samen met de eikenprocessierupsen verdelgen, want dan kan de koolmees zijn kroost niet grootbrengen.”
De Vlinderstichting snapt best dat je op een schoolplein of andere drukke plaats preventief spuit. „Maar het is om beter te zorgen voor bloemrijke bermen, zodat de natuurlijke vijanden van de rups zich kunnen ontwikkelen. Helemaal krijg je de processierups niet meer weg.” Lieveheersbeestjes, gaasvliegen, roofkevers en eikenwantsen zijn de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, net als sluipvliegen en wespen.