Koning Willem-Alexander nam in de binnenstad een defilé af. Bijna 4000 veteranen, 16 orkesten, pakpaarden, speurhonden en 32 militaire voertuigen namen aan het defilé deel. Op het Malieveld had een publieksprogramma plaats met onder meer militaire voertuigen, een F-16-simulator, klimtoren en hindernisbaan.

De koning, premier Rutte en minister Hennis van Defensie woonden eerder op de dag een bijeenkomst in de Ridderzaal bij. Hennis beklemtoonde daar dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. „Wie in vrijheid leeft, heeft de verantwoordelijkheid die te onderhouden. En dus dienen we fatsoenlijk om te gaan met onze vrijheid.”

De minister reikte aan enkele militairen uit verschillende generaties een medaille uit. Nederland telt ruim 115.000 veteranen, uit de Tweede Wereldoorlog, maar ook militairen die zich hebben ingezet bij vredesmissies. Alle Nederlandse militairen die zich inzetten voor onze vrijheden verdienen dankbaarheid, aldus Hennis.

Als iemand dat begreep, was het Ted Meines, de vader der veteranen, zei Hennis over de in december overleden generaal en oud-verzetsstrijder, oprichter van Stichting Veteranenplatform. „Dit is de eerste Veteranendag zonder Meines”, zei Hennis. „We missen hem, maar zijn betrokkenheid, inzet en gedachtegoed blijven.”

Marinier sergeant-majoor Rob Severs, die in 2009 werd uitgezonden naar Afghanistan en daar een been verloor, kreeg een onderscheiding toegekend. Severs ontvangt binnenkort van Rutte de onderscheiding die hoort bij de titel officier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden.

Aan Christiaan Peterse, die zich in 1959 als 20-jarige als vrijwilliger meldde om naar Nieuw-Guinea te gaan, kende Hennis het Nieuw Guinea Herinneringskruis toe. De vader van Peterse, die in 1943 stierf als krijgsgevangene op het eiland Flores, werd postuum onderscheiden, met het Mobilisatie-Oorlogskruis.