Afgewezen asielzoeker krijgt bed, bad en brood op een boot
Het zorgen voor uitgeprocedeerde asielzoekers kan botsen met de regels van de overheid. Dat heeft directeur John van Tilborg van stichting Inlia heel wat keren aan den lijve ondervonden. „Mattheüs 25 en Romeinen 13 kunnen met elkaar op gespannen voet staan.”
Aan het Eemskanaal bij de Berlagebrug in het centrum van Groningen ligt sinds begin dit jaar het schip Amanpuri. Van Tilborg laat het inwendige met de lange gangen en de hutten zien. In de gemeenschapsruimte zit een aantal gasten. Het is nog vroeg, later op de dag zal het hier drukker worden. Op de voormalige Zonnebloemboot wonen in totaal 112 uitgeprocedeerde asielzoekers en andere vreemdelingen die recht hebben op opvang.
Formule 1-hotel
Het oude Formule 1-hotel aan de Helsinkistraat in Groningen kan 115 mensen opvangen. Achter het gebouw ligt nu nog een grasveld. „Hier komt een semitijdelijke opvang met 176 plekken”, zegt Van Tilborg. „Ook met de boot erbij is er onvoldoende opvangruimte.”
Inlia (Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven ten behoeve van asielzoekers) is een netwerk van geloofsgemeenschappen dat zich inzet voor het bieden van hulp aan asielzoekers in nood. De stichting biedt noodhulp en adviseert, onder meer aan kerken. Het laatste gebeurt vanuit het kantoor in de binnenstad van Groningen, het eerste door het uitvoeren van de bed-bad-broodregeling. Die is een gevolg van een uitspraak van het Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa (ECSR) die luidde dat uitgeprocedeerde asielzoekers en ongedocumenteerde migranten recht hebben op een basisvoorziening.
Inlia heeft deze taak voor de vreemdelingen uit de hele provincie Groningen op zich genomen. Ze kunnen in het voormalige hotel, op de boot of op een van de kleinschalige opvangplekken terecht. Als leefgeld krijgen ze 30 euro per week. „Wij proberen hun in de eerste plaats een gevoel van veiligheid te geven, zodat ze zich hier thuis voelen en tot rust komen. Natuurlijk hanteren we strenge regels, en dat werkt goed.”
Koken en corvee
Van Tilborg vertelt dat de bewoners zelf hun eten koken en corvee doen. „Als ze dat niet doen, worden ze gekort op hun wekelijkse bijdrage. Drugsverslaafden volgen een afkickprogramma. We proberen iedereen te helpen, ook met terugkeer. Dat gebeurt door hen in ons Transithuisprogramma voor te bereiden op een veilige terugkeer naar het land van herkomst of naar hervestiging in een derde land. Daar werken we eerst aan het wegnemen van belemmeringen, wat nodig is om hervestiging op een goede manier mogelijk te maken.”
Tussen mei 2015 en mei 2017 zijn er in de Groningse opvang in totaal 483 personen binnengekomen en zijn er 210 vertrokken, van wie een deel met onbekende bestemming. Van hen hebben er 87 opnieuw opvang verkregen van de rijksoverheid (lees: het COA, Centraal Orgaan opvang asielzoekers), van wie velen inmiddels alsnog een verblijfsvergunning hebben gekregen. „Voor een deel betrof dat ongedocumenteerden voor wie we ons geweldig ingespannen hebben. De overheid is daar niet altijd blij mee. We zijn echter geen volgers van de rijksoverheid. Onze organisatie, die vanuit de kerken is opgericht, heeft een eigen verantwoordelijkheid.”
In de Bijbel staat toch dat we de overheid moeten gehoorzamen?
„In Romeinen 13 staat dat we de overheid moeten gehoorzamen en in Mattheüs 25 staat dat we moeten omzien naar mensen in nood. Het herbergen van vreemdelingen wordt daar expliciet genoemd. De organisatie probeert beide te doen. Meestal gaat dat goed, maar soms levert dat spanningen op.”
Kunt u daarvan een voorbeeld geven?
„Inlia heeft vorig jaar steun gegeven aan Prosper en Darlington Isaacs, twee broers uit Sierra Leonne die al vijftien jaar in Nederland verblijven. Ze waren uitgeprocedeerd en moesten elke week een stempel halen op het politiebureau. Mede door de steun van ons en vele anderen heeft staatssecretaris Dijkhoff de broers een verblijfsvergunning gegeven.”
Bent u ook weleens verder gegaan?
„In de jaren vanaf 1989 moest een grote groep orthodoxe christenen uit Syrië Nederland verlaten. Dat was onrechtvaardig, omdat ze in hun thuisland niet veilig zouden zijn. Ze kregen geen bijstand van de overheid. Toen hebben dertien kerken verspreid over het land hun deuren opengezet en kerkasiel verleend. Uiteindelijk hebben al deze mensen een verblijfsvergunning verkregen.”
Is dat geen opstand tegen de overheid?
„Toen ze het land uit moesten, was er geen bewijs dat het gevaarlijk voor hen was in Syrië. Ik ben er toen voor een ”factfinding mission” heengegaan en heb de bewijzen verzameld. Dat was tegen de zin van de IND, die optrad namens de Nederlandse landelijke overheid. Maar het gebeurde met steun van de Nederlandse ambassade in Syrië, die goed op de hoogte was van de situatie en de Nederlandse overheid formeel vertegenwoordigde met kennis van zaken in en over Syrië. Naar welke overheid moet je dan luisteren?”
Speelt het nu ook in verband met de bed-bad-broodregeling?
„Nu is er net zoiets aan de hand. De ECSR heeft bepaald dat de aangesloten landen een bed-bad-broodvoorziening moeten hebben voor vreemdelingen en asielzoekers. De ECSR is door de Europese overheden ingesteld om juridisch te oordelen over de naleving van verplichtingen van de lidstaten, en is dus ook door de Nederlandse overheid bevoegd verklaard en benoemd.
De landelijke overheid wil echter niet betalen en legt daarmee die uitspraak naast zich neer. De plaatselijke overheid neemt die opvangtaak wel op zich. Wij luisteren dus zowel naar Romeinen 13 als naar Mattheüs 25 door samen te werken met de plaatselijke overheid.”