Naties, volken, stammen en talen
In Beni, in het oosten van Congo, hebben gewapende islamitische rebellen een gevangenis aangevallen en meer dan 900 gevangenen bevrijd. Elf mensen zijn gedood, onder wie acht bewakers. Het was al de vierde keer in korte tijd dat zoiets plaatsvond. Zo was het deze week in de krant te lezen.
Maar er is ook ander nieuws uit het oosten van Congo te melden. Paulus-Jan Kieviet, mijn zoon, Bijbelvertaler, was er deze weken en schreef iets van zijn ervaringen op. Met zijn toestemming geef ik het door. Een bericht van hoop.
„Als we om kwart over zeven bij de kerk aankomen, zit deze al afgeladen vol. Bankjes dicht op elkaar, de mensen tegen elkaar aan geschoven. Een kleurrijke massa van jurken, hoofddoeken, overhemden en nette pakken. De gemeente is aan het zingen in het Lingala (de regionale voertaal), het ene lied na het andere, onder begeleiding van vijf trommels, keyboard en basgitaar.
Ik ben in Isiro, een stad in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo. Hier werken vijf vertaalteams aan de vertaling van het Nieuwe Testament in hun eigen taal. Uit hun taalgebied zijn ze een paar jaar geleden naar Isiro verhuisd om hier samen aan hun vertaling te werken. Ze worden begeleid door de Congolese vertaalorganisatie Citba, terwijl ook een aantal mensen van Wycliffe Bijbelvertalers in dit deel van Congo werken.
Als vertaalconsulent voor Wycliffe Bijbelvertalers ben ik naar Isiro gekomen om een paar weken lang te werken met het team uit de Lika-taal. Zij werken sinds 2003 aan de vertaling van het Nieuwe Testament en naderen de afronding. Een van de Lika-vertalers is pasteur André Ndagba, die verbonden is aan Le Tabernacle, een van de vele kerken in de stad. De vrijdag voor ik met hem mee naar de kerk zal gaan, vraagt hij me of ik zondag wil voorgaan. Met enige schroom stem ik toe. Het thema valt me al snel te binnen. Het is Pinksteren geweest, het feest van de komst van de Geest, die is neergekomen en die het Evangelie dichtbij brengt: „Wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken!”
We hebben deze weken gewerkt aan de controle van de vertaling van het boek Openbaring. In hoofdstuk 7:9-10 lazen we: „Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam!” Naties, volken, stammen en talen – tijdens de vertaalcontrole viel het me op dat deze vier woorden veel vaker voorkomen: in totaal niet minder dan zeven keer. Telkens die vier woorden.
Het gaat daarbij trouwens bepaald niet alleen maar over volken die God verheerlijken. De volken zijn in de macht van de boze (13:7) en in de greep van de machten van deze wereld (17:15); ze keren zich tegen God en Zijn profeten (11:9). Maar God laat het daar niet bij: het Evangelie gaat uit naar alle volken (14:6, 10:11), en uit alle volken worden mensen gered door het bloed van het Lam (5:9). En uiteindelijk leidt dat tot het visioen in hoofdstuk 7: mensen uit alle uithoeken van de aarde, uit alle landen, uit alle volken en uit alle talen zullen daar staan en God de eer toebrengen. Het Bijbelvertaalwerk mag daaraan bijdragen: steeds weer nieuwe taalgroepen (wereldwijd zo’n 7000) worden bereikt met het Evangelie en krijgen het Woord van God in de eigen taal. Ook het werk dat we deze weken met het Lika-team doen is een klein stapje naar de vervulling van dit visioen.
Zo mag ik op de zondag na Pinksteren hierover nadenken met de gemeente van Le Tabernacle. Iets van het visioen in Openbaring wordt hier zichtbaar. We zijn samen met mensen van allerlei achtergrond: Lika’s, Budu’s, mensen met als moedertaal Lingala – en één Nederlander. Mensen bladeren in hun Bijbels, er wordt instemmend geknikt, en na de preek onderstreept pasteur Ndagba het nog eens: God wil geloofd worden in iedere taal. Zodat straks in alle talen het loflied zal klinken.”
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl