Buitenland

Palestijnse dichter Mahmoud Darwish nog altijd omstreden in Israël

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish overleed negen jaar geleden, maar hij brengt de gemoederen nog steeds in beroering. Maandag nam de minister van Cultuur Miri Regev de benen om zijn woorden niet aan te hoeven horen.

Alfred Muller
17 June 2017 10:07Gewijzigd op 17 November 2020 01:54
Mahmoud Darwish: bewonderd én gehaat onder Israëliërs. beeld ​EPA, Jamal Nasrallah​
Mahmoud Darwish: bewonderd én gehaat onder Israëliërs. beeld ​EPA, Jamal Nasrallah​

Tijdens een bijeenkomst in Tel Aviv van de Vereniging van componisten, auteurs en uitgevers zong de Israëlisch-Arabische zangeres Mira Awad een lied met een tekst van Darwish. Het betrof het gedicht ”Denk aan anderen”, waarin de dichter een oproep doet om anderen niet te vergeten: ”Als je oorlogen voert, denk dan aan anderen (en vergeet niet wie vrede zoeken)”. Awad ontving op die avond een prijs voor het bevorderen van Palestijnse muziek en de integratie daarvan in de Israëlische cultuur.

Regev, die maandag wegliep op een bijeenkomst, zei geen problemen te hebben met andere Arabische dichters, maar wel met Darwish.

Om wie ging het? Darwish werd in 1941 geboren in al-Birwa, een Arabisch dorp in Galilea. De familie vluchtte tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948. Darwish schreef dertig gedichtenbundels en acht prozawerken. Zijn thema’s: zijn verlangen naar het vaderland, de strijd voor vrijheid en de liefde. Hij vertolkte de gevoelens en ervaringen van Palestijnen en werd daarmee de nationale dichter van zijn volk. Intussen woonde hij in diverse landen.

Darwish’ bekendste gedicht is ”Identiteitskaart”, geschreven in 1964, toen Israëlische Arabieren nog onder militair bestuur stonden. De dichter praat in het gedicht tegen een denkbeeldige Israëliër die zijn papieren controleert en een rapport opmaakt.

De eerste regels luiden: ”Schrijf maar op! Ik ben een Arabier. Mijn kaartnummer is 50.000. Ik heb acht kinderen. En na deze zomer is een negende onderweg. Maakt dat je razend?” Het einde van het gedicht luidt: ”Schrijf op de eerste bladzijde bovenaan: ik haat geen mensen. Ik steel van niemand. Maar als ik verhonger, eet ik het vlees van mijn verdrukker. Pas op, pas op voor mijn honger. En mijn razernij.” Dat ging veel Israëliërs terecht te ver en op grond van deze woorden hebben sommigen hem het stempel van antisemiet opgedrukt.

Minister van Defensie Avigdor Lieberman riep vorig jaar juli zelfs de directeur van de legerradio op het matje. Het station had het namelijk gewaagd een programma over Darwish uit te zenden. Lieberman vergeleek het programma met „de verheerlijking van de literaire kwaliteiten van Mein Kampf.” Daarmee etaleerde de bewindsman zijn onkunde op het gebied van literatuur en geschiedenis.

Hoe anders reageerde oud-minister Yossi Sarid (1940-2015). Die probeerde Darwish’ gedichten aan het lesprogramma op scholen toe te voegen. De premier van toen, Ehud Barak, achtte de tijd daarvoor nog niet rijp.

Er zijn scholieren die Darwish bestuderen bij het vak Arabisch. En waarom ook niet? Het is altijd nuttig om de gevoelens van een ander volk te kennen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer