Iedereen heeft roeping om Evangelie uit te dragen
Hopelijk kreeg u de krant vroeg in handen en leest u deze column terwijl de dag nog jong is. U moet namelijk aan het werk vandaag. U mag dit stukje nog uitlezen, maar dan moet u echt gaan. Heengaan.
Vorige week ontmoette ik enkele mensen van een thuisfrontcommissie. U weet wel, zo’n club die een zendingswerker ondersteunt. Die kan zijn werk in het buitenland doen omdat zijn thuisfrontcommissie bekendheid geeft aan zijn werk, geld voor hem binnenhaalt en allerlei praktische dingen voor hem regelt. Hij kan heengaan dankzij de steun van de achterblijvers.
Om het gesprek was gevraagd in verband met mijn activiteiten voor de zending van onze kerk. Ik wist niet wat het doel ervan was. De desbetreffende zendingswerker wordt door ons al een aantal jaren in beperkte mate financieel ondersteund. Hebben ze meer geld nodig? Willen ze de samenwerking voor de toekomst zeker stellen? Het bleek echter te gaan om de vraag hoe we samen het zendingsbesef onder de mensen kunnen vergroten.
Het was een kort gesprek, maar het verblijdde me zeer. Je kunt dus lid zijn van een thuisfrontcommissie uit roeping. Je doet het werk omdat je bezorgd bent over het zendingsbesef in de gemeente. Omdat je weet dat zo velen verloren dreigen te gaan, omdat ze buiten het geloof in de Heere Jezus leven. Je schrijft nieuwsbrieven en staat op markten omdat je mensen duidelijk wilt maken dat zending geen hobbyisme is, maar een bevel van de Heere Jezus om heen te gaan en het Evangelie te verkondigen.
In het gesprek was het zonneklaar dat deze mensen echt wilden gaan voor de taak die ze op zich genomen hadden. Er bleek vooral iets van urgentiebesef: het kan geen uitstel lijden. Hoe kunnen we zodanig samenwerken dat we zo veel mogelijk mensen in zo kort mogelijke tijd bereiken?
Ik vond het een bemoedigende en tegelijk beschamende ontmoeting. Bemoedigend was het om te merken dat de Heere daadwerkelijk mensen gewillig maakt om Hem te volgen. Beschamend omdat ik me realiseerde dat procedureel te werk gaan het gevaar in zich heeft dat het zwaartepunt verloren gaat.
Het gesprek zette me ook aan het denken: we moeten niet alleen het heengaan van anderen faciliteren, maar ook zelf gaan. We hoeven niet allemaal naar Afrika. Wel heeft iedereen de roeping om het Evangelie uit te dragen en voor te leven te midden van zijn onkerkelijke buren, collega’s, plaatsgenoten. Dat kan niet als je thuis blijft zitten. Ook niet als je in de kerk alleen naar binnen gericht bent. We moeten eropuit, naar het bevel van de Heere. Vandaag nog.
Houd maar op, ik weet al wat u zeggen wilt: Dat bevel was voor de discipelen. Wil je je erdoor aangesproken voelen, dan zul je op z’n minst bekeerd moeten zijn. Als dat laatste niet het geval is, mag u zich wel dubbel haasten. En niet rusten voordat u de Heere gevonden hebt. Want u hebt niet het recht om zonder Hem verder te leven.
Morgen is het Pinksteren. In veel kerken zal er gecollecteerd worden voor de zending. Dat is ook een vorm van heengaan: van onze overvloed geven voor het zendingswerk. Maar het is niet genoeg. We moeten daadwerkelijk aan de bak. Vandaag nog. Heengaan om het Woord aan de man te brengen in onze omgeving. Stel dat iemand die wij kennen, zou sterven zonder dat we hem de Heere Jezus hebben voorgehouden. Dat we hem verloren zouden laten gaan uit onverschilligheid. Hoe weinig besef hebben we dan van onze doodstaat en van de noodzaak van een Zaligmaker. Hoe weinig betrokken zijn we dan op Christus.
Zendingswerk is voor mensen onmogelijk, zowel in Afrika als in Nederland, maar daarom niet minder nodig. En het hoeft niet gedaan te worden zonder hoop. Want Christus Zelf gaf het bevel en Hij zond Zijn Geest. Daarom is zendingswerk nooit tevergeefs. Er zal vrucht zijn, totdat de laatste is toegebracht. Dan komt Jezus terug om alles nieuw te maken.
Heengaan heeft haast. Want als we hier niet heengaan, hoe zullen we straks dan kunnen binnengaan?
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl