De Heiland spreekt nu deze vrouw aan met: „O vrouw.” Het is alsof Hij zeide: Ik kan niet meer, Ik kan u niet langer tegenstaan. Wat was het wapen waarmee zij Jezus had overwonnen? Het was haar grote geloof, zegt Christus. „En de vruchten van dat geloof en haar worstelen. Dat noemt de Heere Jezus met: „U geschiede gelijk gij wilt.” Haar dochter werd gezond, in hetzelfde uur.Zo toont de Heere Jezus dat Hij door de vrouw is overwonnen. Het is alsof Hij zei: O, vrouw, laat af, houd toch op, Ik kan uw bidden en smeken, uw krachtig aanhouden, niet langer verdragen. Houd maar op, u geschiede naardat gij hebt gebeden.

Hier toont de Heere Jezus Zijn eigen aard en inborst. Tevoren had Hij die, al is het met veel moeite, een tijd lang tegen de vrouw ingehouden, maar nu kan Hij het niet langer. Hier zien we wat krachtige gebeden van Gods kinderen op de Heere Jezus vermogen. Jakobus zegt: „Een krachtig gebed van een rechtvaardige vermag veel.” Toen zij thuiskwam, vond zij de wens en begeerte van haar hart, waar zij zo lang om gezucht had, bewaarheid. Haar dochter lag te bed, genezen van haar kwaal, de duivel was uit haar gevaren.

Hoe heeft ze misschien wel met haar gehele huisgezin op de knieën de Heere Jezus gedankt en verheerlijkt, mogelijk met de uitroep van Jozua: „Aangaande mij en mijn huis, wij zullen de Heere dienen.”

Gerardus van Aalst, predikant te Westzaandam (Geestelijke mengelstoffen, 1758)