Calvijnleerlingen dromen van een eigen spinner
Hij kan draaien tussen de vingers of op de duim. Op het voorhoofd zelfs. En vergevorderen slagen erin om de spinner op neus of kin te laten balanceren. Het speelgoed is razend populair onder basisschoolleerlingen, ook op de Johannes Calvijnschool in Veenendaal.
De fidget (friemel) spinner bestaat uit drie draaibare armen, met in het midden een wieltje. Wat je ermee kunt doen? Hem ronddraaien en laten balanceren. Een simpeler stuk speelgoed werd na de tol waarschijnlijk niet meer uitgevonden. Toch is het uit Amerika overgewaaide speelgoed de afgelopen weken een rage geworden.
Winkeliers maken daar gretig gebruik van. Ze verkopen er gezamenlijk honderdduizenden per week. De prijs van de spinner steeg in een paar maanden tijd van 2 naar 6 euro. Alleen de populaire internetzaak AliExpress verkoopt ze nog voor 50 cent. „Maar dan moet je wel twee maanden wachten voordat-ie binnenkomt”, zegt Rutger, leerling uit groep 5 van de Johannes Calvijnschool in Veenendaal.
Trucjes
Rutger heeft de spinner nog niet. „Ik krijg hem dinsdag, want dan is het vakantie.” Verlekkerd kijkt hij toe hoe een stuk of tien van zijn klasgenoten het ding laten draaien tussen hun vingers. Wat hem er zo leuk aan lijkt? „Dat je er allemaal trucjes mee kan doen.” Ook Julian heeft er geen. „Het mag niet van mijn ouders”, zegt hij spijtig. „Ik moet een maand wachten. Als de spinner dan nog in is, mag ik hem ook hebben. Ik wil een oranje.”
De spinner is nog maar net hip aan het worden op de Johannes Calvijnschool. Lauren was de eerste die er één had in groep 5/6. Hij kwam er afgelopen maandag mee naar school. „Mijn vriendje had hem en toen heb ik er ook één gekocht.”
Lauren bleef niet lang de enige. „Dinsdag waren er drie leerlingen in mijn klas met een spinner, woensdag vijf en gisteren al zo’n tien”, zegt meester Bertus Fokker van de combinatieklas. Hij ziet wel in wat de kinderen er leuk aan vinden. „Als ik er één afpak, moet ik ’m niet in mijn handen houden, want je gaat er automatisch aan draaien. Kinderen houden van friemelen en daar speelt dit product goed op in.”
Diverse scholen verboden de spinner inmiddels, omdat die kinderen te veel zou afleiden. Meester Fokker wil de spinners niet in zijn klas zien. „Als dat toch gebeurt, pak ik ’m af. Pas om half vier krijgen de leerlingen hun spinners weer terug. Wat leuk, zeg ik als ik er één zie liggen. Bedankt dat ik die een dagje mag lenen.”
De leerlingen kennen de regel en weten dat er niet mee te spotten valt. Toch worden er elke dag spinners afgepakt. „Zonder spinner verveel ik me in de les”, zegt Jan-Willem. „Ik kan me beter concentreren op school als ik met mijn hand aan de spinner draai”, zegt Eva, die een felroze exemplaar heeft.
Niet elke leerling is echter weg van het speelgoed. Martijn moet er niets van hebben. „Zonde van mijn geld”, vindt hij. „En spinners maken een irritant geluid.”
Zijn klasgenoot Inge: „Ik snap niet wat er leuk aan is. Op het schoolplein zijn veel kinderen ermee bezig, maar ik denk dat deze rage zo voorbij zal zijn.” Dat denkt Fokker ook. „Als de spinner populair blijft tot aan de zomervakantie, zal me dat verbazen.”
Emily trekt zich daar niets van aan en steelt even de show door drie spinners tegelijk op haar lichaam te laten balanceren. Ze gaat vanmiddag mee naar huis met klasgenoot Anne-Mirthe. Even aan diens moeder laten zien hoe leuk dit speelgoed is. Anne-Mirthe, verlangend: „Dan krijg ik er misschien ook één.”