Merkel krijgt wind in de rug na overwinning op SPD
De verkiezingsoverwinning op de SPD in de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen (NRW) heeft zondag nieuwe rugwind gegeven aan Merkels CDU.
Het is de tweede keer in één week dat de CDU een SPD-premier uit een deelstaat van het pluche duwt. Vorige week wonnen de christendemocraten fors in het noordoosten, in Sleeswijk-Holstein. En zondag in NRW, aan de Nederlandse grens. De sociaaldemocraten hadden na de Tweede Wereldoorlog meestal de leiding in NRW. Slechts enkele periodes moesten ze het stokje afstaan aan de CDU. Het stemmenresultaat van 31 procent was voor de SPD echter het laagste sinds de oorlog.
NRW-premier Hannelore Kraft legde zondagavond direct haar leidende posities binnen de partij neer. Ze zal waarschijnlijk ook haar premierschap moeten afstaan aan CDU’er Arman Laschet. Die laatste heeft twee opties voor een meerderheidscoalitie: met de SPD (een zogeheten ”grote coalitie”, wat in Duitsland normaal begint te worden maar nog steeds als ongewenst wordt gezien), of een verbond met de liberale FPD. Die laatste partij groeide van 8 naar 12 procent.
Politieke waarnemers letten altijd goed op coalitievorming in de zestien Duitse deelstaten, omdat ze vaak proeftuinen zijn voor een verbond op nationaal niveau.
Opvallend is dat de groei van de CDU niet werd tegengegaan door de opkomst van de populistische AfD (Alternative für Deutschland). Die deed in NRW voor het eerst mee en haalde 7,4 procent van de stemmen. De afgelopen jaren is vaak gezegd dat de AfD vooral stemmen wegsnoept bij de CDU, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Het verlies zat zondag vooral bij links: bij de Groenen (van 11 naar 6 procent), bij de Piratenpartij (van 8 naar 1 procent) en bij de SPD (van 39 naar 31 procent). De winst ging naar rechts (CDU, FPD en AfD).
De overwinningen voor Merkels CDU in Sleeswijk-Holstein en NRW zijn opvallend. Toen twee jaar geleden de vluchtelingencrisis zich voordeed, raakte de bondskanselier echt in zwaar weer. Haar opmerking ”Wir schaffen das” (we redden het wel) werd voor haar critici een slagzin om haar overmoed te bewijzen. Voor het eerst leek zij de grote steun te verliezen. Hoewel zij in het buitenland aanhoudend populair bleef.
In die periode wijzigde de AfD haar koers van een anti-Europese partij in een rechtspopulistische beweging die vooral kritisch is op de islam en op migratie. In veel deelstaten is ze inmiddels vertegenwoordigd. Maar de grote angst is toch wel verdwenen. En bovendien leek ze zondag in NRW een grotere bedreiging voor links dan voor rechts.
De uitslagen van zondag bevestigen het traditionele beeld van Duitsland als land van grote volkspartijen. De verkruimeling van de grote partijen –die kenmerkend is voor veel landen, waaronder Nederland– dringt bij onze oosterburen nog niet door. In het parlement van NRW bezetten de twee grote partijen bijna twee derde van de zetels.
Vernedering
Voor de SPD zijn deze weken zuur. Eind januari dachten ze met Martin Schulz (voormalig voorzitter van het Europees Parlement) een stemmenkanon te hebben binnengehaald. In de peilingen streefde hij Merkel al voorbij en velen dachten dat hij na de verkiezingen in september de nieuwe bondskanselier zou worden. Dat kan natuurlijk nog steeds gebeuren, maar na de vernederingen in Sleeswijk-Holstein en NRW lijkt dat minder waarschijnlijk. Terwijl Schulz al zijn hele leven in Noord-Rijnland-Westfalen woont. Vanochtend schreef de Süddeutsche Zeitung al dat van de „Schulz-hype alleen nog de herinnering” overblijft.
De stemming in NRW was zondag de laatste deelstaatverkiezing voor de Bondsdagverkiezingen in september. In die strijd gaat het vooral tussen de CDU en de SPD. Voor de christendemocraten staat de zaak er goed voor, hoewel er in de komende maanden nog voldoende mis kan gaan.
Merkel wil na september een vierde termijn als kanselier. Na de oorlog stonden alleen Konrad Adenauer (14 jaar) en Helmut Kohl (16 jaar) langer aan het roer.