Kijk niet weg van eigen rol in vluchtelingenstroom
Nederland mag niet wegkijken van de slechte omstandigheden van vluchtelingen aan de Europese grens, stelt Anette Hollander. Vorige week bezocht ze een vluchtelingenkamp in Griekenland. Terug in eigen land roept ze politiek en burgers ertoe op beter voor vluchtelingen te zorgen.
Sinds 2015 wagen duizenden vluchtelingen uit oorlogsgebieden hun leven door per boot de overtocht te maken van Turkije naar een van de Griekse eilanden.
Europa doet er alles aan om de vluchtelingenstroom in te dammen. Maar omdat de opvang in de eigen regio tekortschiet, wagen vluchtelingen zich aan gevaarlijke smokkelroutes op zee, met als tussenstop een vluchtelingenkamp in Griekenland.
Na twee jaar nieuws over vluchtelingen zijn we er in Nederland onderhand wel klaar mee. Genoeg nieuws over vluchtelingen. We weten het ondertussen wel: oorlog in Syrië, onrust in Irak, bomaanslagen in Egypte, burgeroorlog in Sudan, gevaar van IS, dictatuur in Eritrea, honger in Somalië en ga zo maar door. Wat ons nog wel wezenlijk interesseert, is het bewaken van onze grenzen. Om zo onze welvaart en vrijheid te beschermen.
Om een einde maken aan de illegale migratie van Turkije naar Griekenland, sloten de Europese Unie en Ankara vorig jaar een akkoord. Maar „de goede deal met Turkije”, om met de woorden van Rutte te spreken, heeft niet geleid tot de verwachte cruciale omslag in de vluchtelingencrisis.
Ratten en muizen
Vorige week was ik op het Griekse eiland Samos in een van de vluchtelingenkampen, op een paar kilometer afstand van het Turkse vasteland. In Griekenland worden 65.000 vluchtelingen opgevangen, verspreid over verschillende kampen. Het kamp dat ik bezocht, is bedoeld als transitkamp. Officieel is er plaats voor 600 mensen om er korte tijd te verblijven. Er wonen nu meer dan 1000 mensen, en nog eens 600 anderen verblijven in omliggende hotels. Sommigen al anderhalf jaar.
Dit voorjaar lijkt het kamp even op adem te komen na de kou en de sneeuw van de winter. Op de steile berghelling staan de grote en kleine tenten als champignons in de aarde. Als het regent worden waterdruppels kleine riviertjes. Zonder beschutting van bomen is zelfs in het voorjaar de warmte in de tenten al vervelend. Hoe moet dat verder als straks de zomer aanbreekt? Ratten en muizen verdubbelen het aantal bewoners en onder vluchtelingen komen schurft en luizen voor. Paus Franciscus vergeleek de vluchtelingenkampen in Griekenland vorige week zelfs met concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog.
Ja, die sterke mannen, zij lijken het wel nog wel te redden. Tenminste, als je niet dieper kijkt dan hun stoere schild. Want daarachter klopt een mensenhart, een vaderhart. Tijdens de gesprekken verdwijnt hun kracht en voel ik hun pijn, wanhoop, onmacht en desillusie. Tranen, angst, verwarring: Waar kan ik heen? Wat doe ik hier? Waar is mijn toekomst?
En dan de vrouwen; kwetsbaar, onzeker en bang. Wie biedt hun bescherming in deze omgeving zonder familie en een eigen huis? Ik spreek met vluchtelingen uit Aleppo. De beelden van de spookstad staan op mijn netvlies. Voor mij is het onmogelijk te begrijpen waarom deze mensen hier zo lang moeten wachten. Ze zijn oorlogsvluchteling en hebben het internationale recht om te vluchten en bescherming te krijgen. Dat is de afspraak die westerse landen na de Tweede Wereldoorlog in het Vluchtelingenverdrag van Genève hebben gemaakt, en waar ook Nederland zich aan moet houden.
Innerlijke ontferming
Als Europa als welvarend continent de grenzen sluit voor vluchtelingen, en beslist dat opvang in de regio de oplossing is voor de vluchtelingenstromen, ontstaan er situaties als die in het vluchtelingenkamp op Samos. Waar sprake is van een enorme concentratie vluchtelingen.
Ik heb de situatie met eigen ogen gezien. En ik heb beloofd de verhalen van de vluchtelingen door te vertellen in Nederland.
De Nederlandse regering moet dringend bijspringen om de faciliteiten en asielprocedures in Griekenland te verbeteren en om de herverdeling en hereniging van gezinnen te versnellen. Stel onze grenzen open voor mensen die een internationaal recht hebben om te vluchten. Dat zijn wij naar onze eigen maatstaven verplicht.
De Nederlandse burger wil ik vragen: Heb de moed niet weg te kijken van de vluchteling in je straat, in je stad, over de grens. Laten we voor vluchtelingen zorgen met wat we zelf van God hebben gekregen. Met innerlijke ontferming bewogen, zoals de barmhartige Samaritaan uit de gelijkenis.
Wie op deze Bevrijdingsdag toch bang is voor een mogelijke vijand tussen de vluchtelingen; laat je vullen met de woorden van de Heere Jezus: „Als uw vijand hongert, geeft hem te eten, als hij dorst, geeft hem te drinken, hebt u vijanden lief als uzelf!” Hij, de liefdevolle Barmhartige, keek niet weg van onze ellende en gaf Zijn leven om ons te redden. Hij roept ons op: „Ga heen, en doe gij desgelijks.”
De auteur is als voorlichter werkzaam bij stichting Gave. Ze schrijft dit artikel op persoonlijke titel.