Nederland telt relatief veel flexkrachten
Ruim een op de vijf werknemers in Nederland heeft een flexibel of tijdelijk arbeidscontract. Daarmee scoort Nederland hoger dan gemiddeld in de Europese Unie. Toch komt ons land bij lange na niet in de buurt van het aandeel flexkrachten dat in Polen aan de slag is.
Uit nieuwe cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat blijkt dat vorig jaar bijna 21 procent van de Nederlandse werknemers tussen de 15 en 64 jaar op tijdelijke basis was aangesteld. In Europa was dit gemiddeld 14 procent en in Polen afgerond 28 procent. Ook Spanje telde met een aandeel van 26 procent relatief veel flexkrachten. In Roemenië en Litouwen werd daarentegen nauwelijks gebruikgemaakt van mensen met zo’n arbeidsverband.
Vooral jongeren moeten het volgens Eurostat vaak zonder vast contract stellen. In de EU als geheel gold dit vorig jaar voor bijna 44 procent van de werknemers jonger dan 25 jaar. In Slovenië, Spanje en Polen waren zelfs meer dan zeven op de tien jongeren flexwerker. In Nederland moest 56 procent van de jongere werknemers het met een voorlopige aanstelling doen.