Het leeuwendeel van de scholieren voelt zich thuis op school (81 procent) en voelt zich geen buitenstaander (91 procent), blijkt uit de OESO-cijfers, die staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Leerlingen worden aanzienlijk minder gepest dan hun leeftijdsgenoten in vergelijkbare landen. Slechts een handvol van hen doet het beter.

Een gemiddelde Nederlandse vijftienjarige is tevredener dan een leeftijdsgenoot in het buitenland, maar levert ondertussen ook goed werk. Dat kan prima samengaan, blijkt volgens de OESO uit onder andere de Nederlandse prestaties. Nederlandse leerlingen zijn wel wat minder gemotiveerd om het beste uit zichzelf te halen. Ze presteren de laatste jaren ook steeds wat minder goed in bijvoorbeeld wiskunde dan voorheen, bleek afgelopen najaar al.

Nederlandse ouders verdienen een compliment; hun kinderen voelen zich door hen erg gesteund. Dat percentage ligt ver boven het gemiddelde van de onderzochte landen.

„Vergeleken met andere rijke landen zijn Nederlandse kinderen gelukkig en gaan ze graag naar school”, leest Dekker in de cijfers. „Dat is een grote verdienste van al die leraren die daar iedere dag aan bijdragen.”