Harde woorden Trump over Syrië zeggen niet veel
De gifgasaanval dinsdag in Noordwest-Syrië is verschrikkelijk, een misdaad tegen de menselijkheid. Hij kan niet worden getolereerd. President Trump was daar woensdag duidelijk over. Voor hem is Assad ver over de rode lijn gegaan.
De Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, Nikki Haley, was minstens zo stellig. Zij dreigde woensdagmiddag in de Veiligheidsraad met eenzijdig ingrijpen in Syrië, wanneer andere landen maar blijven toekijken. „Er zijn tijden dat we verplicht zijn iets te doen. Als de VN niet collectief in actie komen, moeten we dat zelf doen”, aldus de ambasseur. Wat dat precies inhoudt, lieten Trump en Haley open.
Opvallend was dat de Amerikaanse president de volle verantwoordelijkheid voor deze gruwelijke daad bij de Syrische president Assad legt. Hij voegde er in zijn reactie aan toe dat zijn houding ten opzichte van Assad en Syrië „ingrijpend is veranderd.” Dat klopt. Nog vorige week vrijdag gaf hij de Syrische president bij monde van zijn woordvoerder een schouderklopje.
Dat Trump zijn afschuw over de chemische aanval uitspreekt, is begrijpelijk. De gruwelen in Syrië tarten elke beschrijving. En alles wijst erop dat Assad hier de hand in heeft, ook al beweren de Russen dat de bommenwerpers per ongeluk een opslagplaats van de rebellen hebben geraakt en er daardoor chemische wapens die de opstandelingen hebben, zijn ontploft.
Maar er is meer. De verandering van toon valt vrijwel samen met het terugtreden van Steve Bannon uit de Nationale Veiligheidsraad. Van deze vertrouweling van Trump is bekend dat hij een vriendelijker houding jegens dictators bepleit.
Aangenomen wordt dat Bannon Trump aanspoorde tot scherpe kritiek op de koers van Obama. Die zag Assad als de oorzaak van de problemen in Syrië. Tijdens zijn campagne zei Trump: „Ik mag Assad ook niet, maar hij vecht wel tegen IS.” Daarom wilde hij niet, zoals Obama, aansturen op het vertrek van de Syrische president.
Of Assad weg moest, was volgens Trump een vraag die het Syrische volk moest beantwoorden. Maar hij wilde de Syrische regering wel steunen in de strijd tegen IS. Volgens Trump zou overleg met Assad ook mogelijk moeten zijn.
Van die houding lijkt de Amerikaanse president sinds begin deze week terug te komen. Net zoals Obama deed, stelt Trump nu dat Assad een rode lijn is gepasseerd. Sterker, volgens hem is Assad „vele rode lijnen” gepasseerd. Dat klinkt dreigend.
De grote vraag is nu wat Trump gaat doen als reactie op de gifgasaanval. De president bleef daar in zijn toespraak vaag over. Hij zei: „Wacht maar af, jullie zullen het wel zien.” Dezelfde boodschap gaf de gezant bij de VN af. Maar het probleem is dat Trump geen echt plan lijkt te hebben. Vandaar de reactie van een Russische commentator: „Och, hij roept maar wat.”
Dat is nu juist het probleem. Trump spreekt duidelijke woorden, maar niemand weet tot welke daden dit leidt. Voorbeeld? Tijdens het begin van zijn presidentschap zei hij veiligheidszones in Syrië te willen creëren, wat de militaire rol van de VS sterk zou vergroten. Resultaat? Daar wacht de wereld nog op.