Hugo’s bijbaan: elke zaterdag in touw bij boomkwekerij
Vooral de Ilex crenata doet het deze lente erg goed in de verkoop, zegt Hugo Jelier (16) uit Ederveen. De lastige naam van de populaire haagplant rolt de middelbare scholier zonder problemen uit de mond.
Hugo werkt nu vier jaar elke zaterdag en in de vakanties bij boomkweker Jan Konijn in Lunteren. Hij is daarmee een van de 210.000 middelbare scholieren met een bijbaan. Geen vakkenvullen of kranten rondbrengen, zoals veel jongeren doen. „Dit werk is lekker fysiek. Aan het einde van de dag voel ik mijn spieren wel.”
De scholier zit in de vierde klas van de havo op het Van Lodenstein College in Amersfoort. Een jaar of vier geleden was hij op zoek naar een bijbaan. „Mijn moeder noemde de naam van de boomkwekerij. De familie van het bedrijf ken ik al vanaf de basisschool, dus ben ik eens langs gegaan. De zaterdag daarop kon ik direct beginnen.”
De eerste maanden bestond het werk van Hugo vooral uit onkruid trekken. Maar hij is opgeklommen in het bedrijf, zoals hij het zelf zegt. „Eigenlijk doe ik nu hetzelfde werk als mijn baas: klanten helpen, planten verkopen; het meeste wat er in ons bedrijf gebeurt, doe ik ook.”
Boomkwekerij Jan Konijn levert allerhande soort planten –van oudsher vooral coniferen– aan handelaren en particulieren. Vooral de export is de laatste jaren gegroeid, aldus Hugo. Welke plant het goed doet deze lente? „De Ilex crenata. Die lijkt op de buxus, maar is sterker. De buxus heeft op het moment veel last van schimmels en rupsen.”
Schakelbrommer
De reden waarom Hugo een bijbaan zocht, is omdat hij niet gemakkelijk stil kan zitten. „Ik merkte dat ik op zaterdag pas laat uit bed kwam en de hele dag niets te doen had. Dat vind ik helemaal niks.”
Maar het geld is toch ook wel belangrijk, erkent hij. „Het verdient goed. Hoeveel?” Hij grinnikt even. „Twee keer de helft”, grapt hij. Dan weer serieus: „Ik verdien meer dan het minimumloon. Mijn schakelbrommer kan ik er goed van betalen en ik houd zelfs voldoende over om te sparen voor mijn rijbewijs en een auto.”
Er is nóg een reden waarom Hugo op zaterdag en in de vakanties de handen uit de mouwen steekt. „Op school heb ik gekozen voor een economisch ingericht profiel. De ervaring die ik opdoe met klanten, is mooi meegenomen. Al weet ik nog niet of ik hierin verder wil. Ik doe nu de havo. Daar kun je natuurlijk meer mee dan een opleiding volgen op het mbo. Maar het werk bevalt me wel goed.”
Zijn bijbaan is goed met school te combineren, vindt Hugo. „Ik zorg dat ik op vrijdagavond al mijn huiswerk klaar heb.”
Zomervakantie
Het werk is Hugo niet snel te veel. Als het even kan, is hij in Lunteren te vinden. Zoals dinsdag, toen hij een vrije dag had van school. Ook is hij praktisch elke zaterdag van de partij en van de acht weken zomervakantie werkt hij er zes, en dan ook nog eens zes dagen.
Waar de scholier vooral van geniet? „Van het contact met klanten. Dat vind ik het leukst. Maar ook van het afwisselende werk, samen met mijn collega’s.”
De meeste jongeren in zijn leerjaar werken, zegt Hugo. De jongens doen vaak lichamelijk werk, de meiden hebben vaker een baantje in de zorg of in een winkel. De scholier begrijpt niet zo goed dat er ook jongeren zijn die niet werken. „Ik vraag me dan af: Hoe wil je straks je rijbewijs betalen? Je moet toch werken voor je geld.”