Vleesveehouders in verweer tegen mestplan
Tientallen vleesveehouders zijn het niet eens met het plan voor de inperking van de veestapel om het mestprobleem op te lossen. Vooral de uitvoering laat volgens hen te wensen over. De boeren sluiten zich daarom aan bij een juridische procedure om te bezien of de eisen binnen de voorgestelde regeling rechtsgeldig zijn.
Een van de onderdelen van het pakket maatregelen om het mestoverschot terug te dringen is het terugbrengen van de veestapel. Boeren die meer koeien bezitten dan op de peildatum van 15 december 2016 moeten daarvoor een boete betalen. Dat geldt ook voor kalveren die worden geboren.
Advocaat Franca Damen van advocatenkantoor Kneppelhout & Korthals, die het proces aanspande, legt onder meer uit dat de vleesveehouders geen schuld hebben gehad aan de stevige toename van het mestoverschot. Ook vinden de vleesveehouders dat de referentiedatum slecht is gekozen, omdat een boer in december gemiddeld minder vee heeft dan in andere maanden. Bij het opstellen van het plan zijn volgens Damen de vleesveehouders ook niet betrokken geweest.
Demissionair staatssecretaris Martijn van Dam (Landbouw) heeft volgens de advocate al aangegeven dat vleesveehouders ook voor een andere referentiesituatie kunnen kiezen.
Eerder lieten ook grondgebonden en biologische melkveehouders zich al kritisch uit over het plan. Zij zouden graag zien dat het maximumaantal koeien dat een boer mag houden, wordt gekoppeld aan de grond die de melkveehouder heeft.
Op 12 april dient al een kort geding tegen het fosfaatreductieplan. Damen hoopt met het proefproces daarbij te kunnen aansluiten.