FBI-onderzoek pijnlijk voor Trump
Inhoudelijk zei FBI-chef James Comey maandag niet zo veel tijdens een hoorzitting van het Amerikaanse Congres, maar zijn mededelingen waren voldoende om het aanzien van president Donald Trump fors te beschadigen.
De Russen wilden in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november drie dingen: Hillary Clinton beschadigen, Donald Trump in het Witte Huis en de Amerikaanse democratie in diskrediet brengen. Directeur Comey van de inlichtingendienst FBI liet daarover maandag geen misverstand bestaan.
Comey werd samen met Mike Rogers, de chef van de National Security Agency (NSA), door leden van het Congres aan de tand gevoeld. De FBI-baas vertelde dat er sinds de zomer van vorig jaar een onderzoek loopt naar pogingen van Moskou om de Amerikaanse verkiezingen te beïnvloeden, en naar Russische banden van het campagneteam van Trump.
Opzichtig
Wat precies de aanleiding is om dat onderzoek te starten, wilde Comey niet zeggen. In juli vorig jaar schrapte de Republikeinse conventie de paragraaf over de leverantie van wapens aan Oekraïne uit het partijprogramma. En Trump riep toen Rusland op om de e-mails van Clinton te hacken. Of er een relatie tussen een en ander bestaat, liet Comey in het midden.
Wel zeiden Comey en NSA-baas Rogers dat het vaststaat dat de Russen de campagne wilden beïnvloeden. „Zij deden dat ongebruikelijk opzichtig. Alsof het hun niets kon schelen als ze ontdekt werden”, zei Comey. Wat de bevindingen zijn, wilde de FBI nog niet meedelen om het onderzoek niet te frustreren. Maar de inlichtingendienst wil het spoor volgen, „waarheen het ook leidt.”
Voor president Trump is dit een forse tegenvaller. Berichten over Russische hacks heeft hij steevast afgedaan als nepnieuws. Volgens hem zouden de Democraten het verhaal verzonnen hebben als excuses voor hun eigen nederlaag.
Tijdens de hoorzitting viel op dat vooral de Democraten bleven doorvragen naar de inhoud van het onderzoek, terwijl de Republikeinen bijna alleen geïnteresseerd waren in de vraag wie er gelekt had. Wellicht probeerden ze daarmee de schade voor de president te beperken. Opmerkelijk is ook dat nauwelijks aan de orde kwam waarom Comey kort voor de verkiezingen wel bekendmaakte dat er een onderzoek naar het e-mailgebruik van Clinton liep, terwijl hij zweeg over het onderzoek naar de relatie tussen het Trumpteam en Moskou.
Openlijke tegenspraak
Van Trumps recente beschuldiging aan het adres van zijn voorganger Obama dat die hem in zijn Trump Tower zou hebben afgeluisterd, lieten Comey en Rogers geen spaan heel. Zij toonden aan dat een president een dergelijke beslissing nooit op eigen houtje kan nemen. „Dat kan alleen besloten worden door een rechter, na overleg met de drie verschillende machten van de overheid.”
Opvallend is ook dat Comey en Rogers zo openlijk de president tegenspreken. Dat is hoogst ongebruikelijk. De woordvoerder van Trump probeerde maandag te redden wat er te redden was. Op het officiële Twitterkanaal van de president verscheen een tweet met de mededeling dat de NSA en de FBI het Congres hadden verteld dat er geen bewijzen waren voor de beïnvloeding door Rusland. Daarop zei Comey later die dag heel droogjes: „Dat hebben we vandaag niet zo gezegd.”