Vaderlijk
Psalm 103:13
Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de Heere over degenen die Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde dat wij stof zijn.”
Zo hebben wij Gods goedheid en barmhartigheid te gedenken. Hieraan hebben wij het alleen te danken dat wij zijn en wat wij zijn, met de schepselen die tot onze vreugde geschapen werden. Want God heeft alles wat er is de mens ten goede gemaakt.
Ja, nog veel groter bewijzen van Zijn barmhartigheid heeft Hij aan de mens betoond. Toen de mens trouweloos geworden en gevallen was, heeft God hem dadelijk weer opgericht en vriendelijk getroost. En waar eenmaal alle vlees verdorven was en door zijn schandelijk boos bestaan verdiend had naar recht geheel uitgeroeid te worden, heeft God Zijn gerechtigheid uitgeoefend door de zondvloed, waardoor Hij de zonde heeft gestraft. Zijn barmhartigheid heeft Hij echter rijkelijk aan Noach en zijn kinderen bewezen. Maar veel meer nog heeft Hij Zijn barmhartigheid door het eeuwige Verbond met Abraham vol en helder aan de gehele wereld voor ogen gesteld.
Heinrich Bullinger, predikant te Zürich
(”Het verbond”, 1537)