Jongste dag
1 Korinthe 15:20
„Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van degenen die ontslapen zijn.”
Zoals Christus bij Zijn opstanding Zijn natuurlijk lichaam behouden heeft, zo zal ook ons natuurlijk lichaam verrijzen. Het zal weer groeien uit het stof van het verteerde lichaam, zoals de vrucht uit het gezaaide zaad. Christus, het Hoofd van ons lichaam, is verrezen. Daarom zullen de lidmaten opstaan (1 Korinthe 15; Job 19; Daniël 12 etc.). Hoe heerlijk zullen de nieuwe lichamen zijn. Over het onderscheid in heerlijkheid verwijs ik naar de genoemde Bijbelgedeelten.
De wederkomst van het natuurlijke lichaam samen met alle lidmaten heeft vaak tegenspraak ontmoet van mensen die ook christenen willen zijn, zoals Hymeneüs, Filetus en enkele Korinthiërs in de tijd van Paulus (2 Timotheüs 2; 1 Korinthe 15). De christenen moeten hier op aarde een tweevoudige opstanding ervaren. De eerste bestaat uit het geloof in de zekere vergeving, om op die manier door middel van hun geloof vanuit de hel te verrijzen in de hemel. De tweede betreft de opstanding uit de zonden tot deugden.
Het is voor alle mensen op aarde, zelfs voor de engelen en zielen in de hemel (Mattheüs 13), onbekend wanneer de jongste dag zal aanbreken. Hij zal onverwachts komen, wanneer er weinig aan wordt gedacht, zoals een dief in de nacht (1 Thessalonicenzen 5), zoals de strik de vogel overvalt (Lukas 21), als de bliksem (Mattheüs 24), als de wereld de mensen helemaal in beslag neemt (Lukas 17).
Anastasius Veluanus, pastoor in Garderen
(”Der leken wechwijser”, 1554)