Schippers voor ruimere embryoselectie
Minister Schippers (Volksgezondheid) is van plan de Embryowet aan te passen om zodoende de mogelijkheden voor embryoselectie te verruimen.
Zij heeft de Tweede Kamer daarover vorige week per brief geïnformeerd.
Het selecteren van embryo’s is bedoeld om uit te sluiten dat ouders na een kunstmatige bevruchting genen die een erfelijke ziekte veroorzaken, overdragen. Embryo’s met zo’n gen worden niet in de baarmoeder geplaatst maar vernietigd.
Embryo’s vernietigen op grond van geslacht mag volgens de wet alleen als hiermee een ernstige geslachtsgebonden aandoening kan worden voorkomen. Zo mogen mannelijke embryo’s worden vernietigd wanneer er sprake is van de ziekte van Duchenne, een erfelijke spierziekte die veelal wordt overgedragen via de moeder en vrijwel uitsluitend jongens treft.
Schippers wil geslachtskeuze ook toestaan bij aandoeningen die zowel bij jongens als bij meisjes kunnen voorkomen, maar dan zodanig dat de ziektekans per geslacht fors verschilt. Het voorstel is gebaseerd op een advies van de Rotterdamse hoogleraar medische ethiek De Beaufort over embryoselectie bij de ziekte van Leber. Dit betreft een zeldzame, erfelijke aandoening die ertoe kan leiden dat patiënten in zeer korte tijd aan beide ogen blind worden.
Selecteren op de aanwezigheid van ziektegenen is bij deze aandoening geen optie, omdat alle embryo’s de mutaties hebben. Door de mannelijke embryo’s te laten vernietigen, kunnen ouders de kans dat ze de ziekte doorgeven wel verkleinen. Jongens hebben namelijk 50 procent kans om ziek te worden, meisjes 10 procent.
De Beaufort noemt de voorgestelde verruiming moreel aanvaardbaar. Schippers is het daarmee eens. In de brief wordt benadrukt dat er momenteel slechts twee niet-geslachtsgebonden aandoeningen bekend zijn waarbij de ziektekans varieert per geslacht. Naast de genoemde oogaandoening gaat het om erfelijke borstkanker. Schippers wil geslachtskeuze bij dit type kanker alleen mogelijk maken als alle embryo’s het ziektegen dragen.