Column: Lekker weg in eigen land
Alle ellende van de mens, schreef de Franse filosoof Blaise Pascal (1623-1662) in zijn ”Gedachten”, ontstaat omdat hij niet rustig op zijn kamer weet te blijven. Waarom, zo vervolgde hij in het paragraafje over ”verstrooiing”, zou iemand de zee op gaan als hij het thuis goed heeft?
Nederlanders zijn een mobiel volkje. We drijven handel met veel landen, ver weg en dichtbij. Vroeger, zeg maar in Pascals tijd, vooral per schip. Tegenwoordig is daar het vliegtuig bij gekomen. Zo heb ik een oom die als piloot jarenlang zijn boterham verdiend heeft met vrachtvluchten voor Martinair.
Verder gaan veel Nederlanders graag naar het buitenland op vakantie. Kijken we naar de statistieken, dan maken Nederlanders nú drie keer zo veel vakantiereizen als rond 1970, maar leggen ze 7,5 keer zo veel kilometers af. Samen maken we 60 miljard vakantiekilometers per jaar. Al jaren neemt het aandeel vliegvakanties gestaag toe. Tussen 2002 en 2015 groeide het met 60 procent. Niet verrassend: onlangs is er groen licht gegeven om vliegveld Lelystad de komende jaren fors uit te breiden, juist omdat Schiphol de vliegvakanties niet meer aankan. Met recht kunnen we spreken van Vliegende Hollanders.
Het fenomeen van de Vliegende Hollander neemt ook in onze gezindte een hoge vlucht. Bezoek een willekeurig verjaardagsfeestje in deze tijd van het jaar, en je hoort welke vluchten er geboekt zijn voor komende zomer: Tenerife, Mallorca, Athene, Antalya. Pak de zomerbijlage van het RD en je treft een reisverslag aan van een jongedame die in Australië geweest is. Ik stel me zo voor dat zij deze zomer niet naar de Friese Meren gaat. Bezoek de website van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten: heel wat Koersjongerenreizen zijn per vliegtuig. Zo kun je met hen naar IJsland, China of het beloofde land.
In het achterliggende jaar mocht ik een paar keer een bijdrage leveren aan reformatorische studentenbijeenkomsten. Bezinning over wereldwijde armoede, duurzaamheid en dat soort vraagstukken. Het waren mooie bijeenkomsten. Studenten zijn open en kritisch. Je kunt probleemloos een flinke boom opzetten over elk willekeurig probleem. Goed, dacht ik, als zij zo’n hart hebben voor mens en milieu, kijken hoe ze denken over vliegvakanties. Bleek dat nou net een dingetje te zijn!
Studenten van de vereniging waarvan ik zelf ooit lid was, zeiden dat ze uit kostenbesparing een keer met het vliegtuig naar Genève waren geweest. Milaan stond op de planning voor het volgende weekendje uit. Bij een andere bijeenkomst vroeg een student zich hardop af: „Ja, maar hoe kom ik anders in Turkije?” Ook was er één die recent naar Kreta gevlogen was en daar vervolgens heel basic in een tentje twee weken had doorgebracht. Een verantwoorde balans, vond hij. Dacht ik even dat studenten na de invoering van het leenstelsel flink in de financiële penarie zouden zitten, maar daar hoorde ik niemand over. Soms zit je er gewoon naast.
Ondertussen komt meer dan een kwart van de uitstoot van broeikasgassen voor rekening van transport. Vliegverkeer is daar een belangrijk onderdeel van. Wie per vliegtuig naar Genève gaat stoot 180 kilo CO2 uit. Kiest hij de auto, dan zakt dat tot 86 kilo. Pakt hij de trein, dan wordt het een luttele 24 kilo. Voor wie het vliegtuig eenmaal een optie is geworden, komen ook verre bestemmingen in zicht waar je met trein of auto niet komen kunt. En helaas zijn bij de onderhandelingen over het klimaatverdrag van Parijs (2015) het vliegverkeer en de scheepvaart erbuiten gehouden. Voorlopig geen accijns op kerosine, en dus ook geen eventuele doorbelasting van de vervuiling in de ticketprijs. Tsja, wie alleen in zijn beurs kijkt, wordt lichtelijk verleid tot een vlucht.
Als jongetje van een jaar of tien, twaalf zat ik op zondag in Genemuiden onder het gehoor van ds. G. Mouw. Als de zomermaanden in aantocht waren, waarschuwde hij steevast: „Mensen, ga toch niet de landsgrenzen over.” Mijn broertjes en ik waren het daar natuurlijk faliekant mee oneens, want vaak waren we nog niet in het lokkende buitenland geweest. Nu was de argumentatie van ds. Mouw tegen verre reizen wel enigszins anders, en ook ging hij niet zover als Blaise Pascal. Toch was hij met zijn oproep tot een eenvoudig leven, zonder dat hij het wist, zijn tijd ver vooruit.
Op je kamer blijven zitten is ook zo wat. Maar misschien is dit wel een goeie voor wie zijn vakantiekeus nog moet maken: in plaats van het luchtruim een keertje –vrij naar ds. Mouw– lekker weg in eigen land.
Evert-Jan Brouwer, politiek adviseur Woord en Daad