Acceptatieplicht niet simpel en tóch eenvoudig
Journalisten moeten de werkelijkheid versimpelen en wat er in de wereld gebeurt in klare taal samenvatten. Daar worden ze voor betaald. Maar steeds vaker stellen de media zaken té simpel voor.
Aan zo’n simplificatie maakte Tim Hofman (van het programma #Boos) zich schuldig toen hij in het najaar van 2016 een item maakte over de niet-christelijke “Floortje”, die als leerling geweigerd werd door het reformatorische Hoornbeeck College.
„Belachelijk”, vond de journalist dat. „Die school zegt: als niet-christen ben jij voor ons niet goed genoeg. Pure discriminatie!” Toen hij zich verder in het thema verdiepte, ontdekte hij dat er in de Tweede Kamer al twaalf jaar lang een wetsvoorstel op de plank ligt dat dergelijke afwijzingen wil verbieden, namelijk de initiatiefwet van PvdA, D66, SP en GroenLinks over de zogeheten acceptatieplicht.
En waarom komt deze wet niet door het parlement? Alweer zoiets ridicuuls, ontdekte speurneus Tim. „Door dealtjes van de PvdA met de christelijke partijen.”
Maar daardoor liet de wakkere verslaggever zich natuurlijk niet het bos in sturen. Hij stapte naar het Binnenhof, sprak vele Kamerleden en ritselde in een paar dagen een Kamermeerderheid. Als de PvdA nu even het onderdeel over integratie uit de initiatiefwet haalde, dan sloot de VVD zich bij het plan aan, toch? Zo, dat had Tim ook weer geregeld.
Dacht hij. In een volgende aflevering van #Boos moest de 28-jarige journalist echter alweer retireren. Oh nee, sorry, de acceptatieplicht was toch nog níét geregeld. Want dat „dealtje” met de christelijke partijen bleek inderdaad te bestaan. „Bij het zogeheten Herfstakkoord hebben we met hen afgesproken dat we deze initiatiefwet tot aan de verkiezingen niet uit de kast zullen halen”, legde VVD-fractievoorzitter Zijlstra aan Hofman uit.
Tja, journalistiek is toch echt een vak. En politieke journalistiek niet minder. Voor je het weet, trek je een foute conclusie omdat je het Haagse spel onvoldoende doorziet en er in jouw kennis net een cruciaal schakeltje ontbreekt.
Toch is dat niet het meest storende aan Hofmans uitzending. Onthutsend is vooral de simpele denkwijze die eraan ten grondslag ligt en die kenmerkend is voor de 21e eeuwse Nederlander. „Een niet-christelijke leerling op een christelijke school weigeren? Dat is toch niet van 2017!”
Tegen dat soort simplificaties en vooroordelen valt bijna niet op te boksen. Misschien is de beste verdediging nog wel die van CU-leider Segers. Hij antwoordde Hofman begin dit jaar met een kort en ‘simpel’ filmpje op YouTube. In één minuut legt Segers aan „de broer van Jan Roos” uit wat de onderwijsvrijheid is. „Beste Tim, op 97 procent van de Nederlandse scholen is elke leerling, van welk geloof ook, welkom. Op 3 procent van de scholen zegt men: „Wacht even, daar willen we nog even naar kijken.” Wat is daar mis mee? De school is van de ouders, niet van de overheid. Wil jij die 3 procent gaan dwingen? Ik niet. Ik ga voor vrijheid”, aldus Segers.
Maar hoe eenvoudig, redelijk en onweerlegbaar deze repliek ook is, vooroordelen en diepe, met de tijdgeest verband houdende sentimenten, laten zich bijna niet corrigeren. Dergelijke door het gelijkheidsdenken gevoede sentimenten vinden we behalve bij #Boos ook bij veel partijen in de Tweede Kamer.
Daarom zou het best kunnen dat op enige termijn de wet over de acceptatieplicht er wel degelijk komt. Als binnen de VVD de vleugel die niet zoveel met de onderwijsvrijheid heeft het zou gaan winnen van de vleugel die daar wél affiniteit mee heeft, dan kan het pleit snel beslecht zijn. Dat een wet al twaalf jaar op de plank ligt, betekent niet dat hij nooit gerealiseerd zal worden. Er zijn wel meer slechte plannen werkelijkheid geworden na een lange incubatietijd.