„Leraar moet snel ingrijpen bij pesten”
Minister van der Hoeven van Onderwijs wordt ook wel eens kwaad. Vooral wanneer pesten of geweld op scholen plaatsvindt en schoolleiding of docent niet ingrijpt. „Leraren en directie hierop aanspreken is net zo hard nodig als het attenderen van leerlingen op hun gedrag.”
De minister zei dat gistermiddag in Den Haag, waar de landelijke campagne ”Stop geweld op school” van start ging met een debat tussen veertig leerlingen uit examenklassen van diverse middelbare scholen. Doel van de campagne is wapenbezit en geweld op middelbare scholen te verminderen door het onderwerp bespreekbaar te maken. Aanleiding vormt de toenemende berichtgeving over wapenbezit, agressie en geweld op scholen.
Volgens Van der Hoeven is de rol van de docent cruciaal in de strijd tegen het bedreigen of pesten van leerlingen. De minister kan het als ervaringsdeskundige weten. „Toen ik op de middelbare school zat, werd ik dikwijls geconfronteerd met pestgedrag. Als docenten niet ingrijpen, verandert er niets en blijven de problemen gewoon bestaan. Ik ga docenten en schoolleiding hierop aanspreken.”
De leerlingen discussieerden in aanwezigheid van onder meer misdaaddeskundige J. van den Heuvel over stellingen als ”Wapenbezit moet je melden” en ”Strengere maatregelen op scholen zijn hard nodig”.
Volgens de Dordrechtse scholier Dimitri is het dringend noodzakelijk om wapenbezit op scholen uit te bannen. „Scholieren dragen meestal uit angst wapens bij zich, maar als je een wapen bij je hebt, is de kans groot dat je het ook daadwerkelijk gebruikt. Ik kijk naar mezelf en moet eerlijk bekennen dat ik wel eens een zakmes bij me heb en dat de kans bestaat dat ik het dan bij een ruzie, in het uiterste geval, zou gebruiken, terwijl ik normaal gesproken hard zou wegrennen.”
Opvallend was dat de meeste leerlingen aangaven dat er op hun eigen school nauwelijks sprake is van wapenbezit of geweld. Volgens Samira uit Meppel is dit ook wel begrijpelijk. „Ik zit zelf op het vwo. Wapenbezit en geweld vormen denk ik een groter probleem op het vmbo.”
Pesten houdt leerlingen nog meer bezig, zo bleek gisteren tijdens het debat. Het was dringen voor de interruptiemicrofoon. Veel van de aanwezige scholieren vinden het vaak een te grote stap om met informatie over pestgedrag naar een docent of mentor te stappen.
Wanneer een leerling toch een docent in vertrouwen neemt, is de kans groot dat deze docent onvoldoende actie onderneemt, zoals bij Iris uit Veghel het geval was. „Ik had een leraar verteld dat ik enorm werd gepest, maar hij deed niks, terwijl men wist wie de dader was.” Met haar broer en zus had ze weinig contact en ook bij haar ouders kon Iris haar problemen niet goed kwijt. „Je hebt het gevoel dat je overal volledig alleen voor staat en dat niemand je moet, ook je leraar niet.”
Toen een leraar eindelijk actie ondernam, bleven de pesterijen toch doorgaan. Alleen gebeurde dit volgens de hevig geëmotioneerde Iris nu niet meer binnen de school, maar erbuiten. „Ik werd na schooltijd opgewacht of bedreigd door middel van e-mails of sms-berichten.”
Minister Van der Hoeven herkent het probleem. „Het is vaak moeilijk zulke zaken bespreekbaar te maken. Dat was het toen en dat is het nu nog. Mijn advies is: praat er met elkaar over. Kijk waar je mee bezig bent, hoe je met elkaar omgaat. Zorg voor vertrouwenspersonen op scholen, maar ook voor vertrouwensleerlingen wanneer een docent net een stapje te ver is.”