Maar als het aan wethouder Joost Eerdmans (buitenruimte) ligt, moet er nog wel wat gebeuren om de beeldbepalende brug een nieuwe taak te geven. „Ik sta open voor ideeën”, zei hij dinsdagochtend, nadat hij het precisiewerk van het invaren van het brugdeel van de Koningshavenbrug, zoals de hefbrug officieel heet, had bijgewoond.

Volgens Eerdmans moeten er „niet al te veel tierelantijnen” worden uitgehaald met het Rijksmonument. „Het is een historisch en antiek beestje, dus geen speelparadijs of iets dergelijks. Maar bijvoorbeeld wel een mogelijkheid voor bezoekers om de brug te bezichtigen.”

De wethouder zegt dat het groot onderhoud aan de brug binnen de gestelde tijd en binnen het budget (7,7 miljoen euro) is uitgevoerd. „Hij is weer in orde voor de komende vijftig jaar.”

Er was enige vrees in de stad dat de spoorbrug, sinds de opening van de Willemsspoortunnel (1993) niet meer in gebruik voor het treinverkeer tussen Dordrecht en Rotterdam CS, niet meer zou terugkeren. Gekscherend zegt Eerdmans daar zijn politieke lot aan te hebben verbonden. „Ik heb zoiets gezegd van: als-ie niet terugkomt, dan ben ik weg.”

De betekenis van De Hef moet volgens hem niet worden onderschat. „De brug komt in alle afbeeldingen van Rotterdam terug, net als de Erasmusbrug en de skyline. De afgelopen twee jaar zag je vanaf de Maasboulevard echt een kale plek tussen de twee torens op de oevers. Nu is-ie weer compleet.”