Dima (21) overleefde extreme kou in Oekraïne niet
In het zuiden van Oekraïne vroor het vorige maand soms 25 graden. Dima ging de deur uit en kwam nooit meer thuis.
Het was zaterdag 7 januari een gure dag in het dorp Kilia, in het zuiden van Oekraïne. Het sneeuwde en stormde zo hard dat bijna niemand de weg op weg. Maar de 21-jarige Dima ging wel, op weg naar zijn vrienden, te voet. „’s Avonds op tien voor halfacht belden we hem op”, zegt moeder Tamara (53). „Dima vertelde dat hij op weg was naar zijn vriendin, 8 kilometer verderop. Om negen uur probeerden we hem nogmaals te bereiken, maar kregen we geen contact meer. Uiteindelijk spraken we hem om een uur of elf: hij was totaal uitgeput en ten einde raad.”
Hij zou het niet overleven.
Anatoliy Sinkevitsj (62) is predikant in Strumok, niet ver van Kilia. Hij kent behalve Dima, die soldaat was, nog drie militairen die zijn overleden in de Siberische stormen die Oekraïne teisterden. Met hulp van de Nederlandse stichting Kom over en help ondersteunt hij mensen die geen onderdak hebben of gebrek aan voedsel, kleding, stookhout of medicijnen. „Wij werken al zeventien jaar samen met Kom over en help. De organisatie gaf en geeft ons veel hulp, waar we dankbaar voor zijn. Maar soms vraag ik me toch af of het Westen ons is vergeten. Het gaat hier in Oekraïne eerder slechter dan beter.”
De predikant vertelt dat er pas nog twee jonge vrouwen bij hem op de stoep stonden, baby’s in hun armen. „Ze smeekten om onderdak en warme kleding. De meisjes waren het kindertehuis uitgezet omdat ze hun kindjes niet wilden laten aborteren of afstaan. Wat kunnen wij anders doen dan hun onderdak en warmte bieden? Maar we hebben er wel de middelen voor nodig. Ik zeg daarom: help!”
Dubbeldekker
Ds. Sinkevitsj heeft voorbeelden te over van de gevolgen van de hevige kou van de afgelopen weken. Zo weet hij van een gezin dat tijdens een sneeuwstorm met de auto vast kwam te zitten in metershoge sneeuw. „Ze hebben het niet overleefd.”
Ergens anders hadden de inzittenden van een dubbeldekker die tijdens een sneeuwstorm vast kwam te zitten, meer geluk. Doordat de chauffeur net had getankt kon die de motor twee dagen laten draaien. Ook andere gestrande automobilisten in de buurt konden zich daardoor aan de warmte laven. „Toen de storm ging liggen maakte het leger de weg sneeuwvrij en waren de inzittenden gered.”
De felheid van de recente sneeuwbuien zijn zeldzaam in Oekraïne, zegt de predikant. Daarom is er ook geen groot materieel voorhanden om de wegen sneeuwvrij te houden.
De hulpdiensten zagen ook niet altijd het gevaar. Tamara en haar man Jemerjan (56) lichtten op de avond dat hun zoon Dima verdween, al vroegtijdig de politie en de brandweer in, maar een agent wuifde hun zorgen weg. Tamara: „Hij opperde dat Dima iets aan het drinken was met zijn vrienden en zo weer thuis zou komen. Maar wij vertrouwden het niet.”
Toen Jemerjan met zijn broer op pad ging om Dima te zoeken, wilde de politie uiteindelijk ook meedoen, mits de familie de brandstof voor hun auto betaalde. „Dat deden we dus. Helaas kon de politie Dima’s locatie niet via zijn telefoon bepalen, want daarvoor was speciale toestemming nodig waarvoor we veel formulieren moesten invullen.”
Dima zou uiteindlijk pas op 9 januari worden gevonden, 3 kilometer buiten het dorp. „Hij had alleen een dun shirt aan”, zegt Tamara. „Zijn muts, sjaal en handschoenen lagen verspreid om hem heen. Mensen die onderkoeld raken, ontkleden zichzelf omdat ze het ontzettend warm krijgen als ze bevriezen. Wij kunnen nog niet geloven dat hem dat is overkomen, het voelt alsof hij nog elk moment ons huis kan binnenstappen. Het is allemaal zo verschrikkelijk snel gegaan: hij douchte zich, telefoneerde en verdween.”
Onafhankelijke geest
Vader Jemerjan is diep ontdaan van het verlies van zijn zoon. „Het is alsof er een zware steen om mijn maag drukt”, zegt hij. „Wij zijn Russisch-orthodox, we geloven en weten dat moeiten ook gelovigen treffen. In de Bijbel staat dat God juist mensen beproeft die Hem liefhebben. Wij vragen God nu of Hij ons in ons verdriet wil helpen. Wij weten dat Hij ons liefheeft en ons draagt.”
„Dima zou in de lente naar het oostfront gaan, en ik was heel bang dat hij daar zou sneuvelen in de strijd tegen de Russen”, bekent Jemerjan. „Misschien is het daarom maar beter dat hij nu is gestoven, wie weet? Dat we hem zo dicht bij huis zouden verliezen, hadden we nooit kunnen denken. Dima was een stabiele, gouden jongen. Hij reageerde soms wat vreemd, maar altijd verrassend: van elk probleem maakte hij iets lichts. Onze mooiste herinnering aan hem is zijn onafhankelijke geest: daarvan hielden wij het meest. Hij maakte ons leven lichter.”
Weeshuis
Ruslana (45) helpt namens de kerken en Kom over en help families met voedsel en hout. Ze doet regelmatig haar ronde langs verschillende families in de omgeving.
Zo informeert ze bij het gezin van Lena, Gena, hun kinderen Kiril (4) en Sofia (2) en grootmoeder Evodokia naar hun behoeften. Ze krijgen een warme deken. Vandaar gaat het naar de 13-jarige Sacha Alexander, die bij zijn oma Gala woont. „Pas lag er zo’n dik pak sneeuw dat we niet naar de kerk konden: ons huis was totaal ingesneeuwd”, vertelt Sacha. Hij vertelt opgetogen hoe hij het huis toegankelijk probeert te houden.
Ruslana heeft een druk programma. Ze doet haar rondes, en runt daarnaast een instelling voor naschoolse opvang en leidt ze een christelijk centrum voor moeder en kind.
In het tehuis wonen meisjes zoals Marina (18), die een weeshuis in oorlogsgebied rond de oostelijke stad Loegansk ontvluchtte. Manna koestert haar pasgeboren dochter Anna. „Ik werd in Loegansk voor de keuze gesteld: mijn kindje laten aborteren of afstaan. Dat wilde ik niet. Ik verliet het weeshuis en woon nu hier. In dit huis mag ik mijn dochter houden.”