Kerk & religie

Kou

Mattheüs 24:12

Jodocus van Lodenstein
25 January 2017 07:27Gewijzigd op 17 November 2020 00:30

„En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden.”

U weet dat een van de voornaamste werkingen van onze zielen deze is: dat wij alles wat wij uiterlijk wedervaren, proberen tot ons geestelijk voordeel te laten zijn. Want alle dingen moeten tot onze zaligheid medewerken (Romeinen 8:28).

Onze Zaligmaker nam bij de Samaritaanse vrouw, die daar kwam om water te putten, de gelegenheid waar om van het geestelijk water te spreken. En zoals Hij dat deed, zo moeten ook wij het doen.

Een christen die de koude van de lucht voelt, moet dan direct gelegenheid zoeken om de koude van zijn ziel te overdenken, daarover te klagen, en te denken: „Och, dat ik eens mocht branden van liefde ten aanzien van mijn Zaligmaker! O, mocht ik zo veel middelen hebben om die kou te doen vergaan als ik middelen had om de lichamelijke koude, die wij nu gevoelen, te verdrijven.”

Tegenover deze zucht zal ik u sterken. Wij spraken in de zomer over de bloeiende ziel, nu in de winter over de kou van onze ziel. Dit is het onderwerp dat ik nu ga behandelen.

Onze Zaligmaker zegt: „Omdat de ongerechtigheid zal vermenigvuldigd worden, zo zal de liefde van velen verkouden.” Christus doet hier een heilige profetie over het laatste der dagen. Hij zegt ons dat de zonde dan zal vermenigvuldigen.

Jodocus van Lodenstein, predikant te Utrecht

(”De heerlijkheid van een waar christelijk leven”, 1767)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer