Bos bepleit winstplafond voor farmabedrijven
De winst van farmaceutische bedrijven moet aan een maximum worden gebonden om dure medicijnen betaalbaar te houden. Dat zegt bestuursvoorzitter Wouter Bos van het VU medisch centrum in een vrijdag gepubliceerd interview met Het Financieele Dagblad.
De oud-minister van Financiën pleit in de krant voor een winstnorm van maximaal 10 procent. Dat is volgens hem nodig omdat initiatieven van de farmaceutische industrie zelf „geen zoden aan de dijk zetten”.
Bos heeft bijvoorbeeld weinig fiducie in een voorstel om alleen nog te betalen voor middelen die bij individuele patiënten werkelijk effectief blijken. „Zolang aandeelhouders een winstmarge van 20 procent eisen, betekent die formule alleen dat we extra gaan betalen voor medicijnen die wel werken”, aldus de ziekenhuisdirecteur. „Ik vind dat ongehoord. We laten commercie een dominante rol spelen, richting patiënten die geen keuze hebben.”
Wat Bos betreft moet de discussie beginnen „bij wat we redelijke winstmarges voor de farmaceutische industrie vinden”. Hij wijst er verder op dat een winstplafond bij meer branches is ingevoerd. „Bij de privatisering van telefonie lieten we de Opta maximale winstmarges bewaken. En we vinden ook dat eredivisievoetbal niet achter een decoder mag verdwijnen, ten bate van commerciële belangen. Over telefoons en voetbal doen we stoer, maar bij farma doen we niets.”
De geneesmiddelensector is het niet met Bos eens. De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen noemt zijn voorstel voor een winstplafond „slecht voor patiënten en praktisch onuitvoerbaar”.
„Geneesmiddelenbedrijven opereren in een internationale markt. Nederland kan niet op eigen houtje het rendement van internationale private bedrijven aan banden leggen”, verklaart de brancheorganisatie. „Wanneer we investeerders niet belonen met een gezond rendement, zou er geen geneesmiddel meer op de markt komen en staat de innovatie stil.”