Nu en eertijds
Psalm 41:5b
„Genees mijn ziel!”
De Kerk zegt dat zij door de striemen van Christus genezen is (Jesaja 53). Zeker, als God aan een zondaar de zonden vergeeft en de ziel vrede met Hem verleent uit genade, dan wordt de ziel genezen van schuld, van zonde, van smart en van zielsangst. Dan zegt zo’n ziel met de profeet: „Ik ben zeer vrolijk in de Heere.”
Wat is die mens gelukkig, die bij het ontdekkende licht van de Geest de krankheid van zijn ziel heeft leren kennen en veel biddend gebruik mag maken van de hemelse Heelmeester!
Meestal begint God met de ziel van een mens te genezen door hem onrustig te maken wat betreft zijn toestand voor de eeuwigheid. Voorheen was het met hem, zoals de Schrift ergens zegt van de sterk gewapende die zijn hof in het hart van de zondaar bewaart, waardoor alles in gevaarlijke vrede is. Hij leefde toen gerust en zorgeloos voort en droeg een dode ziel in zijn levend lichaam om. Hij zocht zijn rust en vermaak in de wereld en was best met zichzelf voldaan, als hij zo nu en dan eens van de genademiddelen gebruikmaakte.
Wulfert Floor, landbouwer te Driebergen
(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1914)