„Vervanging op basisschool zal een probleem blijven”
Basisscholen in het bijzonder onderwijs zijn tijdelijk verlost van de knellende nieuwe regels voor de vervanging van zieke meesters en juffen. Voor politici die denken dat de problemen daarmee zijn opgelost, had verkenner Tichelaar woensdag echter een heldere boodschap: „Het is veel ingewikkelder dan ú denkt.”
Op 29 november werd de Drentse commissaris van de Koning door minister Asscher (Sociale Zaken) als verkenner benoemd. Amper twee weken later had hij de rapportage voor al af. Boodschap: de groeiende problemen op bijzondere basisscholen met de vervanging van zieke leerkrachten zijn véél groter dan alleen de nieuwe flexwet waarop schoolbesturen en politici hun vurige pijlen richten.
Woensdagmiddag praatte Tichelaar in Den Haag de aanwezige Kamerleden van CU, CDA, SP, D66, PvdA en VVD bij over zijn bevindingen. Volgens de verkenner zijn de vervangingsproblemen groot. Al is de kwestie in bepaalde regio’s nijpender dan elders, zijn gaatjes op kleine scholen lastiger te vullen dan op grotere en speelt op scholen met een religieuze denominatie nog eens extra mee dat ook vervangers de identiteit van de school moeten kunnen uitdragen.
Dat laatste vindt Tichelaar overigens geen probleem. „Onze vrijheid van onderwijs is een groot goed.” Op de vraag van SP-Kamerlid Ulenbelt of Asscher er dus onlangs flink naast zat toen hij het op televisie deed voorkomen alsof het vervangingsprobleem vooral speelt op reformatorische scholen waar vervangers „lange rokken” moeten dragen, antwoordde Tichelaar omzeilend maar bevestigend. „Er is in de hele sector sprake van een verontrustende situatie. Ik zeg het zoals het is. Al realiseer ik me dat er mensen zijn die zullen zeggen: „Hmm, zoals ik het zelf zag, vond ik het eigenlijk tóch prettiger.””
Op instigatie van Tichelaar maakte Asscher vrijdag bekend dat basisscholen in het bijzonder onderwijs van januari tot en met maart –de periode waarin de griepgolf vaak op zijn hevigst is– mogen afwijken van de nieuwe wet, die stelt dat invalkrachten al na enkele invalbeurten een vast contract moet worden aangeboden. Omdat scholen dat niet kunnen of willen, moesten ze afgelopen maanden bij ziekte soms hele klassen naar huis sturen.
Tichelaars kernboodschap was echter dat, willen we bij het eerste het beste griepgolfje ná 31 maart niet dezelfde problemen krijgen, er méér nodig is. De vervangingsproblematiek is namelijk structureel, betoogde het oud-PvdA-Kamerlid. Naast de „geringe bereidheid tot samenwerking tussen schoolbesturen” en de „sterk verstoorde relatie” tussen de vakbonden en sectororganisatie PO-Raad noemde hij vooral het groeiende lerarentekort. Dát los je alleen op door het vak aantrekkelijk te maken. „Iedereen in het onderwijs weet: als je voor de klas staat, heb je de slechtst betaalde baan in die sector. Iedere stap die je búíten het klaslokaal zet, levert extra salaris op. Mijn vraag is dus aan u: is de politiek in staat een wenkender perspectief te bieden aan mensen die in het onderwijs willen werken?”
CU en Verus: Regel dit bij formatie
DEN HAAG. De invalproblematiek op basisscholen moet na de verkiezingen snel aan de informatietafels worden besproken. Dat stellen CU-Kamerlid Schouten en koepel Verus in reactie op het gesprek in de Kamer met verkenner Tichelaar. Schouten: „Ik ben het met Tichelaar eens dat de problematiek verder reikt dan de nieuwe wet. Tegelijk zijn de problemen op scholen sinds die wet wél toegenomen. Dit moet bij de formatie worden geregeld, anders hebben we straks in april weer exact hetzelfde probleem.” Verus noemt het „ongelukkig dat er allerlei toeren worden uitgehaald om problemen op te lossen die veroorzaakt zijn door een wet die niet bij het onderwijs past.”