Post Uit Bogota: collectief compost van huisvuil maken
Bijna al het afval van Bogota belandt op dezelfde afvalberg. Inwoners vonden een manier om die hoeveelheid terug te brengen. Ze ‘kraakten’ tientallen stadsparken om collectief compost te maken.
Elk weekend voltrekt zich een bijzonder schouwspel in tientallen plantsoenen en stadsparken in Bogota. In de vroege ochtend is het een komen en gaan van stadsbewoners, gewapend met tuinhandschoenen, emmers keukenafval en zakken gemaaid gras, achtergelaten door de stedelijke plantsoenendienst.
De emmers afval verdwijnen één voor één in een houten mal op de grond, bovenop een bedje van snoeiafval, liefdevol voorbereid door de buurtbewoners. Tot slot gaat er nog een laag bladeren en gras overheen, waarmee –als ware het magie– de geur van ammoniak verdwijnt en plaatsmaakt voor die van vers gemaaid gras.
Dan begint een waar spektakel. Twee bewoners klimmen op de lasagne van afval, en beginnen driftig te stampen, springen en zelfs te dansen, aangemoedigd door de rest van de groep. Daarna begint het proces van voor af aan, net zolang tot de mal van een kubieke meter helemaal vol is.
Het resultaat is een zogeheten paca digestora –”baal vergister”– een systeem voor het maken van compost, bedacht door een Colombiaanse biotechnoloog. Zes maanden na het maken van de paca, zal de 500 kilo keuken- en tuinafval in 150 kilo bodemvoeding zijn veranderd, zonder dat er nog iets aan hoeft te gebeuren.
De even briljante als eenvoudige uitvinding dateert uit 1989. Toch zou het nog tientallen jaren duren –tot het begin van de pandemie in 2020, om precies te zijn– dat grote aantallen stadsbewoners collectief de publieke ruimte zouden ‘kraken’ om hun afval te composteren.
Waarom nu? Wellicht omdat het maken van paca’s de bewoners het gevoel geeft weer ergens controle over te hebben, in een tijd waarin alles onzeker is. Omdat tijdens die paar uur van paca’s maken, even niet gedacht wordt aan besmettingsaantallen, of de werkloosheid, als gevolg van de crisis. „Hier laten we niet alleen ons afval achter, maar ook onze negatieve gedachten en emoties”, zegt Juana Guevara, ‘voogd’ van de paca’s in een volksbuurt in het centrum van Bogota.
En zo verspreidden de paca’s zich de afgelopen maanden als een olievlek over de stad, met dank aan Facebook, Whatsapp en mond-op-mondreclame. Geen stukje groen blijft onbenut. De gemeente werkt mee door het afval van de plantsoenendienst bij de paca’s achter te laten.
Ook maken de paca’s steeds meer stadsbewoners bewust van de impact van hun afval. Iedereen in Bogota kent Doña Juana (Mevrouw Juana), de afvalberg in het zuiden van de stad die eind jaren negentig al gesloten had moeten zijn, maar waar nog steeds dagelijks tot 8000 ton afval wordt gedumpt – met alle vervuilende gevolgen voor de omliggende wijken van dien. Meer dan de helft van dat afval is biologisch afbreekbaar, en kan dus ook tot compost worden verwerkt.
En zo breng ik sinds twee maanden ook elk weekend mijn groente- en fruitschillen, etensresten en zelfs krantenpapier naar mijn buurtpaca, een stukje grond bij een flatgebouw waar we met een vijftigtal buurtbewoners gezamenlijk ons afval recyclen. En zoals Juana zegt, het is de plek waar ik ook mijn zorgen voor even vergeet, om met een verlicht gemoed en een lege emmer naar huis terug te keren.