Het water heeft weer vrij spel op Tiengemeten
Geteisterd door regen en wind vaart de pont over het grijze Haringvliet richting het groene eiland Tien- gemeten, dat ook zelf weer grotendeels aan de elementen is overgeleverd. En daar varen plant en dier wel bij.
Geleidelijk wordt de regen minder, gaat over in buiig weer en af en toe breekt zelfs de zon even door het voortjagende wolkendek en zet het weidse landschap in een gouden gloed.
Ruigten, waarin net uitgebloeide late guldenroede de toon zet, worden afgewisseld door kleine boomgroepjes, moeras en grazige stukken die kort gehouden worden door langhoornige Schotse hooglanders. Een grote zilverreiger wiekt over en een zwerm wintertalingen landt op de centrale kreek, gegraven op de plaats waar destijds de weg lag.
Gerwin Geertse, boswachter ecologie bij beheerder Natuurmonumenten, heeft het gebied „nog net gekend voordat er met de ontpoldering een schop in de grond ging.” Eeuwen geleden ontstond er een zandplaat op het punt waar het zoete rivierwater in aanraking kwam met het zilte zeenat, vertelt hij. Toen die hoog genoeg was kwamen er mensen wonen, die er een dijk aanlegden en akkerbouw bedreven.
Vervolgens groeide het eiland steeds verder in westelijke richting, waarop nieuwe bedijkingen volgden. „De door de rivier afgezette zavel bleek fantastische landbouwgrond. Alleen vervoer van en naar het eiland was wat onhandig.” Op het westelijke deel groeide metershoog riet van topkwaliteit, dat werd geoogst.
Toen kwam de watersnood van 1953, en als reactie daarop de Deltawerken. Het Haringvliet werd afgedamd, het getij verdween en daarmee de rietcultuur. Vissen en andere in de delta levende dieren kregen het moeilijk.
„Vanaf de jaren 1950 kwamen allerlei projectontwikkelaars met plannen voor herbestemming van het eiland, zoals een haven, baggerspeciedepot, recreatieterrein of een kerncentrale.” Toen keerde het tij. „In 1990 presenteerde de rijksoverheid het Natuurbeleidsplan, waaruit duidelijk werd dat de toenemende welvaart ten koste gegaan was van de natuur.”
Op dat moment pachtten de boeren op Tiengemeten de grond van een verzekeringsmaatschappij. Toen die ervan af wilde, kreeg het eiland definitief een natuurbestemming en kocht Vereniging Natuurmonumenten de overige grond op.
Generaties
De acht boerengezinnen hadden aanvankelijk weinig zin om weg te gaan van de grond waarop hun familie al generaties lang landbouw bedreven had, maar uiteindelijk konden ze allemaal elders in het land opnieuw beginnen. Om het proces in de tussentijd voor de agrariërs niet nog lastiger te maken besloot Natuurmonumenten te wachten met herinrichting tot de laatste boer een nieuwe plaats gevonden had. „Dus boerden wij op de vrijgekomen grond, we mestten en spoten bestrijdingsmiddelen. Een rare situatie voor een natuurorganisatie. Daarna hebben we het hele gebied ingericht in overeenstemming met de geschiedenis. Toen dat klaar was, hebben we de acht boeren uitgenodigd om te komen kijken, en de meesten zijn geweest, al vinden ze het nog steeds jammer dat de vruchtbare grond niet meer voor landbouw wordt gebruikt.”
Een koppel bergeenden vliegt over. Boswachter Geertse start een werkauto, rijdt vanaf het bezoekerscentrum verder het eiland op en vertelt door. De langs de weg gelegen boerderijen en oude schuren, cultuurhistorisch waardevol door de markante Brabantse bouwstijl, hebben een herbestemming gekregen: bezoekerscentrum, Rien Poortvlietmuseum, Landbouwmuseum, zorgboerderij, restaurant, vakantiewoning. Alleen één boerderij kwam te diep in het moerasgebied te liggen.
Struinen
Nagestaard door een kudde hooglanders, nu de belangrijkste beheerders van het eiland, stuurt Geertse de wagen van de verharde weg af, een ietwat hobbelig, grazig stuk land op tot er tussen de populieren door een vervallen gebouw te zien is.
„Van deze boerderij hebben we alle schadelijke materialen verwijderd en de gebouwen prijsgegeven aan de natuur. Nu broedt er een kerkuil in, en boerenzwaluwen, en er zaten bijennesten. Er komt geen mens. Iedereen mag overal lopen, maar daar moet je soms wel moeite voor doen. Er is geen brug over de kreek, om aan de overkant te komen moet je kilometers struinen en anders zwemmen, of liever: met een bootexcursie mee.”
Water is weer de hoofdrolspeler. Bij extreem hoog water staat meer dan 80 procent van het eiland blank. Zo ontstaat er een zoetwatergetijdengebied waarin net als in de Biesbosch trekvissen voedsel en schuilgelegenheid vinden, unieke plantensoorten groeien, negentig vogelsoorten nestelen en bevers hun bijdrage leveren aan de dynamiek.
Op een paar tegenvallers na –rietherstel blijft achter en een schier onuitroeibare invasieve exoot, de kleine waterteunisbloem, dreigt slikplaten te overwoekeren– is het project voor Natuurmonumenten buitengewoon goed geslaagd. Geertse: „Tiengemeten bewijst: natuurontwikkeling werkt!”
Natuurbehoud
In de zeventiende eeuw ontstond in het nog ongetemde Haringvliet een zandplaat van zo’n 10 gemet groot, dat is ongeveer 5 hectare. In 1668 werd dit eilandje Tiengemeten door de Staten van Holland en West-Friesland in erfpacht gegeven aan twee heren uit ’s-Gravenhage. Of er toen al mensen woonden is niet duidelijk. Van 1780 tot 1854 werden de eilandpolders bedijkt en kreeg Tiengemeten zijn huidige vorm.
Op het hoogtepunt woonden er 180 mensen op het eiland, maar nadat het eiland in de oorlog tijdelijk onder water stond en in 1953 opnieuw, nam dit snel af. In 1967 verkocht de Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen Eiland de Tiengemeten het eiland aan baggeraar en bouwbedrijf Volker Stevin, en die op zijn beurt in 1987 voor 54 miljoen gulden aan pensioenverzekeraar AMEV, destijds een van de grootste grondbezitters van Nederland. In 1996 verkocht de firma dit laatste eiland in Zuidwest-Nederland voor 30 miljoen gulden aan de provincie en het Rijk, waarna Natuurmonumenten eigenaar en beheerder werd.