China gaat wetgeving rond doodstraf veranderen
China gaat de wetgeving omtrent de beroepsprocedures tegen doodvonnissen aanpassen. Het land hoopt hiermee mensenrechtenschendingen en justitiële blunders te voorkomen, aldus het Chinese staatspersbureau Xinhua woensdag.
Het belangrijkste aspect van de voorgenomen hervormingsplannen is de mogelijkheid voor ter dood veroordeelden om voor het Chinese Hooggerechtshof in beroep te gaan tegen een doodvonnis. Dat kan nu ook, maar alleen schriftelijk. In de toekomst moet het voor veroordeelden mogelijk zijn om mondeling hun zaak te bepleiten voor het hoogste rechtsorgaan van China. Dat moet goedkeuring geven aan elk doodvonnis voordat het kan worden voltrokken.
Volgens de vice–president van het Hooggerechtshof, Huang Songyou, is de wetswijziging noodzakelijk omdat China in 1996 een internationale overeenkomst ondertekende waarin de rechten van burgers duidelijk zijn vastgelegd. Ook heeft China een mensenrechtenclausule in zijn grondwet opgenomen.
China executeert jaarlijks ongeveer 10.000 veroordeelde criminelen. Dat is vijf keer zo veel als alle landen in de wereld samen. Amnesty International vindt dat China een moratorium moet invoeren op de doodstraf omdat het justitiële systeem slecht zou functioneren en daardoor veel onschuldige mensen zouden worden terechtgesteld.