Alleen door het geloof
Johannes 3:16c
„Opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.”
Een christen moet dagelijks bidden dat God hem door Zijn Heilige Geest deze woorden diep in het hart mag inprenten en ze aldaar ontsteken. Voorwaar, dan zullen wij rechte godgeleerden worden die naar waarheid over Christus spreken en alle andere lering veroordelen en gewillig voor zo’n geloof alles verduren wat God ons toezendt. Omdat dit echter niet geschiedt en wij zo’n prediking wel horen met de oren, maar ze niet ter harte nemen zodat zij beklijft en vrucht voortbrengt, zo blijft het met ons morgen als heden en heden als gisteren. Zodat het een eeuwige schande en schade is, en ongetwijfeld dit de klacht der verdoemden zal zijn, dat zij zulke troostvolle woorden zo geheel in de wind geslagen hebben. Maar laten we nu verder zien hoe de manier is waarop men dat geschenk aannemen moet. Wat is de zak of de bewaarplaats waarin men deze kostelijke en edele schat moet bewaren? Dat toont Christus aan door de woorden die Hij spreekt: opdat allen die in Hem geloven, niet verloren gaan. Het geloof, namelijk dat om Christus’ wil alle genade en barmhartigheid van God verwacht, het geloof is de zak die wij moeten ophouden en waarin wij deze gave moeten ontvangen. Want zoals God uit liefde en barmhartigheid deze schat geeft, zo nemen wij deze schat aan en kunnen hem alleen door het geloof aannemen.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Gods liefde in Christus”, preek uit 1538)