Rutte: niemand heeft recht om niet beledigd te worden
In Nederland heeft niemand het recht om niet beledigd te worden. Als iemand zou denken dat de overheid kan regelen om niet beledigd te worden, „dat kan hier niet”. Dat zei premier Mark Rutte tijdens zijn wekelijkse persconferentie in reactie op de ondergedoken leraar van een Rotterdamse school. Die wordt bedreigd, omdat hij een spotprent over moslimextremisme in zijn klas had hangen.
Rutte zegt dat er geen betere plek is dan het onderwijs om kernwaarden van de Nederlandse rechtstaat over te brengen op jongeren. Hij wil benadrukken hoe wezenlijk het is dat vrijheid van meningsuiting bespreekbaar is, zonder druk van buitenaf. Dat leraren hierom worden bedreigd vindt hij „absurd” en iets dat het land niet mag tolereren.
De premier wees erop dat burgerschapsonderwijs veel verder moet gaan dan nu al het geval is. De Kamer debatteert maandag over een wet die dat regelt. Daarin staan essentiële kernwaarden centraal van de democratische rechtstaat met al zijn vrijheden en gelijke behandeling voor iedereen.
Over zijn eigen ervaringen op een vmbo-school in Den Haag, waar hij twee uur in de week lesgeeft, wil Rutte weinig kwijt. Wel zegt hij zich „op geen enkele manier” geremd te voelen. Geen enkele leraar mag zich volgens hem beperkt of belemmerd voelen. Als het tonen van een spotprent past in de lessen, moet een leraar de volledige vrijheid hebben dat doen, vindt Rutte. „Dat vind ik ook verstandig, want het is namelijk onderdeel van hoe wij in Nederland met humor en spot ook omgaan met gevoelige kwesties.” Zo kan een discussie worden losgetrokken en worden getoond hoe vrijheid van meningsuiting werkt, aldus de premier.
Het is volgens hem niet acceptabel dat mensen met een migratieachtergrond, ook van nieuwe generaties, menen te moeten „shoppen” in die waarden. „Wellicht zijn wij in het verleden met zijn allen te naïef geweest dat wij aan mensen die van buiten kwamen, onvoldoende stellig duidelijk hebben gemaakt in wat voor land ze moeten integreren. En dat die waarden niet onhandelbaar zijn.”
Tegelijk ziet Rutte dat het overgrote deel van de mensen met een migratieachtergrond juist die rechtsstaat omarmt en ziet dat „die ook bescherming brengt tegen de almacht van de overheid. In veel landen waar zij vandaan komen, ligt dat echt heel anders”.
Volgens de premier is er een kleine groep binnen de islam die „het geloof misbruikt als instrument om te intimideren en om geweld toe te passen. Zo hopen ze dat in onze samenleving en alle samenlevingen in Europa verdeeldheid ontstaat.” Maar dan zal niet alleen de overheid, maar ook de hele samenleving zich tegen je keren.” Dat is volgens Rutte de kracht van onze samenleving, en ook in die van Frankrijk en Oostenrijk, waar recent terreuraanslagen zijn geweest.