Dit artikel is partnercontent.
Week van het Leven ‘viert’ vijfde editie
Onschuldige ingreep of het doden van een kind? Achter de terminologie van prolifers en prochoicers schuilt een „gevecht om de ziel van de beschaving” stelt Diederik van Dijk, voorzitter van het Platform Zorg voor Leven. Van 8 t/m 14 november organiseert dat de vijfde editie van de Week van het Leven, met aandacht voor onbedoeld zwangere vrouwen én hun ongeboren kind. Zes vragen over die Week aan Geerlof de Jong, campagneleider van de Week en manager communicatie bij de NPV.
Hoe is de Week van het Leven ontstaan?
„In november 2016 organiseerden we de eerste Week van het Leven. Een paar maanden daarvoor zaten we als Platform Zorg voor Leven, een samenwerkingsverband van prolife-organisaties, bij elkaar. Het viel ons op dat amper meer gesproken werd over het doden van 30.000 ongeboren kinderen per jaar. De vraag die op tafel lag, was: hoe zorgen we ervoor dat het geluid vóór het leven weer op de maatschappelijke en politieke agenda komt? Kees van der Staaij kwam met het idee om een Dag van het Leven te organiseren. Die dag werd een week, die inmiddels ieder jaar terugkeert.”
Wat is het doel van die Week?
„Als NPV, Schreeuw om Leven, Chisten-Unie, SGP, RMU en Samen-Leven willen we een maatschappelijke beweging in gang zetten. We hebben twee doelen: iedereen er bewust van maken dat elk ongeboren kind bescherming verdient én tonen dat iedere vrouw een betere oplossing dan abortus verdient. Denk alleen al aan het psychische lijden dat ze na een abortus haar hele leven met zich mee kan dragen.”
Maak abortus ondenkbaarDe Week van het Leven lééft! Het is een brede beweging geworden van organisaties, media, ondernemers
en burgers. De strijd tegen abortus is een voorhoedegevecht om de ziel van onze beschaving. Er is terecht veel aandacht voor discriminatie en uitsluiting, maar hoe kunnen we mensen oproepen elkaar niet uit te sluiten, als we toestaan dat moeders hun eigen kindje mogen doden?
Abortus is geen geïsoleerd kwaad. Er schuilt een mensbeeld achter. Het enige wat de menselijkheid kan bewaren, is de zekerheid dat ieder mens van waarde is. En het enige dat ons die zekerheid schenkt, is de notie dat mensen zijn geschapen naar Gods beeld.
In deze geestelijke strijd lossen wij de noodsituatie van vrouwen niet op met abortus, maar met echte hulp. Lees wat Deborah en anderen beweegt. En bedenk hoe u het geluid vóór leven kunt steunen!Diederik van Dijk,
voorzitter Platform Zorg voor Leven
Waarom is zo’n Week nodig?
„We organiseren hem omdat we geloven dat het leven van elk mens, geboren of nog niet, door God gegeven leven is. Dat maakt ieder mensenleven waardevol en beschermwaardig. We willen daarom niet wennen aan de realiteit dat één op de zeven zwangerschappen –drie schoolklassen per dág– in Nederland wordt afgebroken. Het gebod ”Gij zult niet doodslaan” geldt ook het ongeboren leven! Dat is ook mijn persoonlijke motivatie om me in te zetten voor de Week. Toen wij zelf kinderen kregen, hebben we ons verwonderd over het nieuwe leven. Op de echo zagen we een kind dat klein, maar toch al zo compleet was! Dat was geen klompje cellen… Ik vind het pijnlijk dat zoveel ongeboren kinderen een toekomst wordt ontnomen.
Met de Week van het Leven willen we tegelijk een liefdevolle boodschap uitstralen. Het kind zelf is vaak niet ongewenst: meestal zorgen de omstandigheden –een gebrek aan huisvesting, financiën of druk van de partner– ervoor dat een vrouw geen andere uitweg meer ziet dan abortus. Wat blijft er dan over van die ‘keuzevrijheid’?”
Vanuit christelijke naastenliefde bieden we daarom échte hulp aan. Voor moeder én kind. Hulp die niet het kind doodt, maar de problemen achter een abortusverzoek aanpakt. Dat is overigens geen boodschap die alleen door christenen wordt uitgedragen. Uit e-mails van vrouwen die een abortus hebben meegemaakt of onbedoeld zwanger zijn geweest, weten we gelukkig dat die opvatting breder leeft!”
„Het geluid voor het leven is zo sterk dat niemand eromheen kan”
Hoe is de Week van het Leven georganiseerd?
„We organiseren met elkaar altijd een publiekscampagne. Met een crowdfundingsactie geven we iedereen die het ongeboren leven een warm hart is toegedaan, de kans om mee te doen. Vervolgens kopen we media-aandacht in. In de eerste jaren voerden we campagne met een radiocommercial. Vorig jaar hebben we een flyer huis-aanhuis laten verspreiden. Dit jaar laten we het verhaal van Deborah voor het eerst in de huiskamer klinken via STER-reclame op televisie. Daarnaast plaatsen we advertenties in landelijke kranten, zijn er billboards langs de snelweg zichtbaar en voeren we campagnes op social media.
Naast de gezamenlijke actie roepen we iedereen op om tijdens de Week van het Leven een eigen actie te organiseren. Als NPV maken we bijvoorbeeld ieder jaar een video met straatinterviews, waarin we mensen vragen naar wat zij weten over de realiteit achter abortus. Schreeuw om Leven organiseert op 14 november opnieuw de Mars voor het Leven, dit jaar vanwege het coronavirus vooral online. De SGP organiseerde een paar jaar geleden het indrukwekkende Uur van Licht met 30.000 lichtjes. Het RD brengt deze special nu al een paar jaar uit, de RMU organiseert al enkele jaren de aftrap en zo kan ik nog wel even doorgaan. Door alle losse acties te bundelen klinkt het geluid voor het leven in deze week zo sterk dat niemand in Nederland er meer omheen kan.”
Wat is het effect van de Week van het Leven?
„Toen we tijdens de eerste Week van het Leven reclamespotjes op de radio lieten horen, reageerden feministen enorm verrast en geërgerd. Aandacht voor de bescherming van ongeboren kinderen, dat waren ze niet meer gewend. Die achterhaalde discussie over abortus was toch een gelopen race? Nou, niet dus.
Toen duidelijk werd dat de Week een blijvertje was, kwamen serieuze tegenkrachten op gang. Het valt daarbij op dat de pro-abortusbeweging geen inhoudelijk weerwoord heeft. In plaats daarvan zetten ze alles op alles om onze beweging verdacht te maken en feiten te verdraaien. Eerst richtten ze hun pijlen op de organisatie Siriz, die overheidssteun kreeg voor de hulp die zij boden. Jammer genoeg besloten Siriz en VBOK daarom af te haken. Toen dat doel bereikt was, werden liefdevolle wakers van Schreeuw om Leven bij de abortusklinieken zonder enig bewijs weggezet als agressieve, intimiderende demonstranten. Inmiddels ook vaste prik zijn de klachten die bij de Reclame Code Commissie worden ingediend, omdat mensen het niet eens zijn met onze boodschap. Toen we vorig jaar een flyer huis-aan-huis verspreidden, werd de grote weerstand pas echt zichtbaar. Er kwamen bedreigingen binnen, het Humanistisch Verbond startte een tegenactie met een brievenbussticker tegen de folder op de brievenbus en Kamerleden probeerden onze campagnes te verbieden. Blijkbaar geldt vrijheid van meningsuiting alleen voor standpunten waar ze het zélf mee eens zijn…
We realiseren ons heel goed dat het gesprek over betere hulp aan moeder en kind raakt aan diepe menselijke gevoelens en ervaringen. Daarom vinden we het belangrijk om, in tegenstelling tot wat we nogal eens bij anderen merken, heel zorgvuldig te zijn in onze woordkeuze. Elk woord in onze campagne-uitingen is gewikt en gewogen. We spreken altijd met twee woorden: liefde én waarheid. Toch verbaast al die weerstand ons niet. En het ontmoedigt ons nog minder. Uiteindelijk is de boodschap vóór de bescherming van het door God gegeven leven veel krachtiger dan ieder ander verhaal!
De venijnigheid laat volgens mij vooral zien dat men zich grote zorgen maakt. Voorstanders van abortus weten dat ze terrein aan het verliezen zijn. Juist jongeren zijn kritischer over abortus dan generaties voor hen. Vorig jaar sprak ik een basisschoollerares, van wie een vriendin een abortus had ondergaan en die niet geïnformeerd was over de alternatieven. Deze vrouw realiseerde zich heel goed dat uitgesleten slogans als ”Baas in eigen buik” geen recht doen aan de verdrietige realiteit achter iedere abortus. Veel mensen vinden de Nederlandse abortuspraktijk te ver gaan. Zeker de late abortussen van 24 weken.
Wat ook opvalt, is dat de Week van het Levenmenorm verbindend werkt. Van reformatorisch tot evangelisch tot rooms-katholiek. Soms is er zelfs steun vanuit liberale, humanistische of conservatieve hoek. Doordat de bescherming van het ongeboren kind centraal staat en niet het organisatiebelang is de Week van het Leven een steeds bredere beweging geworden. Steeds meer mensen en organisaties sluiten zich aan. Zo hebben veel christelijke media het afgelopen jaar advertenties gesponsord voor de crowdfunding. In veel kerken wordt weer vaker gebeden voor de bescherming van het ongeboren leven, er wordt voor gecollecteerd of er worden giften overgemaakt. Ondernemers en particulieren dragen bij met een gift of het sponsoren van acties. Jongeren laten zich horen op sociale media. Al die steun vertaalt zich ook in een groei van de stille Mars voor het Leven. In 2015 waren er nog zo’n 2000 deelnemers, afgelopen jaar waren het er al meer dan 10.000.”
„Al is er maar één vrouw die hulpt zoekt”Deborah Smith was dit jaar hét gezicht van de Week van het Leven. Ze werkte mee „om iets terug te doen”, vertelt ze.
„Ik vind het erg belangrijk dat vrouwen mijn verhaal horen. Niet om mijn verhaal, maar omdat het laat zien dat er in moeilijke periodes meer is dan een abortus. Dat er hulp is en dat er mensen voor je klaarstaan.”
Ze kijkt positief terug. „Ik vind het geweldig dat er zoveel aandacht is voor de boodschap dat er hulp is voor moeder en ongeboren kind. Al is er maar één vrouw die vanwege deze Week hulp zoekt en haar kindje níét laat weghalen, dan ben ik blij! Dan is mijn doel bereikt.”Wil je weten hoe het verhaal van Deboraher uitziet? Bekijk dan in de loop van de Week de video op .
Hoe zie je de toekomst van de Week van het Leven voor je?
„We gaan door tot iedere onbedoeld zwangere vrouw in Nederland echte hulp aangeboden krijgt en ieder ongeboren kind de bescherming krijgt die het verdient! We zien nog veel mogelijkheden om de Week van het Leven uit te bouwen. We denken bijvoorbeeld aan het opzetten van een debattraining, waarmee jongeren worden toegerust om zelf het gesprek hierover aan te gaan in hun omgeving. Daarnaast zijn de mogelijkheden voor grootschalig adverteren nog lang niet uitgeput.
Het organiseren van de Week van het Leven is alleen mogelijk als deze blijvend wordt gesteund door velen. In die zin is de campagne voor volgend jaar alweer begonnen! Gaat het ons nog echt aan het hart dat zoveel ongeboren kinderen gedood worden? Voelen we het verdriet nog?
Dit jaar kregen we meer dan 500.000 pagina’s aan advertenties in christelijke media, waarin we opriepen om de Week van het Leven te steunen. Nog los van de reclamespotjes op christelijke radiostations en banners op websites en sociale media. Velen lieten hun hart en hun portemonnee spreken. Hierdoor bracht de crowdfunding dit jaar nu al bijna €150.000 op. En de giften lopen nog steeds door.
Hoe mooi zou het zijn als álle christenen dit geluid steunen, zodat we onze stem voor het leven nog krachtiger kunnen laten horen! Daarom doe ik namens alle organisatoren de oproep: „Sluit je aan en steun de Week van het Leven!””
Steun de Week van het Leven
We willen u eerst en vooral vragen de bescherming van het ongeboren leven en betere hulp aan onbedoeld zwangere vrouwen mee te nemen in gebed. Steun verder de Week op en krijg een mooi cadeau met handvatten voor een goed gesprek over de bescherming van ongeboren leven:
• Geef een via de website of maak een gift over naar NL07 RABO 0382 2947 77 t.n.v. Stichting Platform Zorg voor Leven;
• Teken de voor betere hulp aan ongewenst zwangere vrouwen en hun kinderen;
• Word of voor het leven.
Onze moeite met abortus heeft niets te maken met vrouwenrechten, daar zijn we voor. De centrale vraag is en blijft: wat is het ongeboren leven? (Chris Develing, Schreeuw om Leven)
We willen aandacht voor het ongeboren leven en onbedoeld zwangere vrouwen. Hoe geef jij hun hoop? Bid, luister en help mee! (Carla Dik-Faber, ChristenUnie)
Leven is een Godsgeschenk. Moeders en hun ongeboren kindjes hebben recht op bescherming, hulp en zorg. Ik steun de Week van harte! (Kees van der Staaij, SGP)
Elk leven is waardevol en verdient onze aandacht en zorg. Waardering en steun voor mensen die zich hier op de arbeidsmarkt of als vrijwilliger voor inzetten! (Jan Kloosterman, RMU)