Archeologen vinden 7000 jaar oude voorwerpen in Angeren
Archeologen hebben op een plek in het Gelderse Angeren ongeveer 7000 jaar oude resten gevonden van jagers en verzamelaars en de eerste landbouwers. Het gaat onder meer om stukjes aardewerk, vuurstenen gebruiksvoorwerpen en wrijfstenen om graan en zaden te malen. De opgraving geeft nieuwe, bijzondere inzichten over hoe mensen zich op één plek gingen vestigen en agrariër werden, aldus Rijkswaterstaat.
Rijkswaterstaat laat als voorbereiding op het doortrekken van de A15 van knooppunt Ressen naar de A12 archeologisch onderzoek doen op het toekomstige tracé.
Dankzij de vondsten kunnen archeologen nu onderzoeken hoe in het Nederlandse rivierengebied de stap is gezet van jagen en verzamelen naar landbouw en veeteelt. Over deze overgangsfase is weinig bekend.
De archeologische resten zijn gevonden op een plek waar duizenden jaren geleden een oude, zeer brede zijarm van de Rijn lag. Tegenwoordig is in het landschap niets meer deze zijarm te zien. „De eerste bewoners van dit gebied woonden aan de oevers van deze arm van de Rijn”, zegt geo-archeoloog René Isarin. „Zij profiteerden van twee landschappen: een hoog en droog gebied met een voorraad aan noten, fruit, zaden, wortels en mogelijkheden voor akkers, en een nat gebied met vers water, vis en andere waterdieren.”
De archeologische grafwerkzaamheden bij Angeren duren nog tot eind 2020.