Heerlijk doel
Johannes 3:16c
„Opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.”
Het Geschenk moet hiertoe dienen en is hiertoe geschonken, opdat allen die in Hem geloven, niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben. Hier hoort u het dat het niet erom te doen is om maar veel geld of goed of de gehele wereld te hebben, maar dat het is opdat wij daardoor van zonde en dood vrij, niet verloren zullen gaan. Dát is het wat de Zoon, Die ons uit liefde geschonken is, tot stand zal brengen, dat de duivel verslonden, de hel uitgeblust zal worden en wij door Christus van de eeuwige jammer, waarin wij vanwege de zonde verzonken zijn, verlost worden. Dat alles zal door deze gave bewerkt worden. Daar is dus oorzaak genoeg om fier van hart te zijn. Aangezien wij hier uit de mond van onze Heere Christus Zelf vernemen dat Hij ons geschonken is, opdat de hel toegesloten wordt en wij in plaats van een versaagd en kleinmoedig hart een gerust hart hebben. Dit zegt nog meer, opdat het eeuwige leven ons eigendom is en blijft en de dood niet meer wordt gezien en het niets als vreugde is door dit heerlijk vertrouwen dat wij een genadige God in de hemel hebben. Een God, Die ons liefheeft en uit louter liefde Zijn Zoon geeft, opdat wij niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben. Deze woorden kan men onmogelijk in al hun diepte doorgronden.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Gods liefde in Christus”, preek uit 1538)