Economie

Strijden voor een duistere nacht

Diepe duisternis is in Nederland zeldzaam. Straatlantaarns en gevelverlichting verdrijven het donker. Die lichtbronnen vallen echter in het niet bij de enorme lichtkegels boven kassen van tuinders. LTO Nederland en Stichting Natuur en Milieu slaan de handen ineen om deze hinder te bestrijden.

Frank van de Beek
13 October 2004 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 01:45
TINTE – De Tintse tuinder G. J. M. van Ruijven teelt trostomaten. Rond de kortste dag van het jaar verlicht hij de planten van 1 uur ’s nachts tot 5 uur ’s middags met 4000 lampen van 600 watt. Zijn omgeving is niet erg gecharmeerd van de lichtkegel die
TINTE – De Tintse tuinder G. J. M. van Ruijven teelt trostomaten. Rond de kortste dag van het jaar verlicht hij de planten van 1 uur ’s nachts tot 5 uur ’s middags met 4000 lampen van 600 watt. Zijn omgeving is niet erg gecharmeerd van de lichtkegel die

„Bij ons beginnen de vogels zelfs in de winter al om vier uur te fluiten.” E. den Bakker woont in Tinte, een dorp onder de rook van Rotterdam. Sinds vorig jaar maken enkele tuinders hier gebruik van kunstlicht om hun gewassen te laten groeien. Den Bakker laat foto’s zien waarop een oranje gloed de 7 meter hoge kassen omgeeft. „Ik woon op 700 meter afstand, maar in de woonkamer kan ik ’s nachts de krant lezen.”

Volgens Den Bakker verstoort het licht het bioritme van mens en dier. „Ochtendgloren kennen we niet meer. Vorig jaar sliep ik slecht. Dat gaat nu beter, maar de paarden zijn nog altijd de hele nacht in de weer.”

Een van de tuinders in de buurt is G. J. M. van Ruijven. Hij teelt trostomaten. „Een plant produceert negen maanden vruchten, van maart tot december. Onze afnemers vragen echter het hele jaar naar tomaten. Om levering te realiseren, moeten we ook in september nieuwe planten poten. Dan volgt een periode met weinig natuurlijk licht. Om de tomatenplant toch te laten produceren, is extra verlichting nodig. Veel in de winter, minder in de maanden ervoor en erna.”

De tuinder wil niet met de beschuldigende vinger naar de consument wijzen. „De klant heeft altijd gelijk. Ouderen kennen nog seizoensgroenten, jongeren hebben daar geen affiniteit mee. Vergelijk het met auto’s, die willen consumenten ook 52 weken per jaar kunnen kopen.”

Samen met enkele collega’s zorgt Van Ruijven sinds vorig jaar voor een lichtkegel in de donkere polder. In zijn kassen met een oppervlakte van 3 hectare -de helft van het totaal- hangen in totaal 4000 lampen van 600 watt. Rond de kortste dag van het jaar schijnen de lampen van 1 uur ’s nachts tot 5 uur ’s middags. ’s Avonds tussen acht en twaalf verlichten is er niet bij, dat is wettelijk verboden. Verder schrijft de wet gevelafscherming voor.

„De bewoners konden het groeilicht niet waarderen”, blikt Van Ruijven terug. „Er ontstond een behoorlijk tumult, dat uitmondde in de oprichting van een actiegroep. Zelfs overlegavonden konden de gemoederen niet bedaren. De gemeente nam vervolgens het initiatief om LTO uit te nodigen. Deze problemen spelen in meer plaatsen. Het ministerie van Landbouw heeft LTO en Stichting Natuur en Milieu gevraagd om samen tot een oplossing te komen.”

Beide belangenorganisaties sloten vorige week een akkoord om lichthinder te reduceren. Kern van de afspraak is om vanaf 2005 85 procent van het licht af te schermen, met als uiteindelijk doel een reductie van 95 procent in 2008. De komende jaren moet onderzoek uitwijzen welke technische mogelijkheden hiervoor zijn.

Voorman Hoogervorst van LTO Nederland liet vorige week weten tot het uiterste te zijn gegaan. De wens een welkome sector te blijven, gaf bij veel tuinders de doorslag om het plan schoorvoetend te steunen.

„Waartegen zeggen we ja?” vraagt Van Ruijven zich hardop af. „Wij telen een vochtproducerend gewas. Gaat dat goed met zo’n scherm vlak onder het glazen dak? Bij een te vochtig klimaat steken schimmelinfecties de kop op en kunnen de planten hun vocht niet meer kwijt. Er is veel meer onderzoek nodig naar de gevolgen.”

De Tintse tuinder wijst op een tegenstrijdigheid. „Licht reduceren en vocht doorlaten gaan moeilijk samen. Verder moet een scherm ook nog voldoen aan eisen van brandveiligheid en energiebesparing.”

Op het erf van Van Ruijven liggen rollen doek klaar voor installatie. Door het zwarte nylon zijn aluminium stroken geweven. Slechts eenderde van het oppervlak kan vocht -en daarmee een beetje licht- doorlaten. „Dit doek reduceert 86 procent licht en laat hopelijk voldoende vocht door. Een hoger percentage acht ik niet haalbaar. Daarvoor zijn nieuwe technieken noodzakelijk.”

Van Ruijven loopt voorop met zijn oplossing. Dat kost hem een behoorlijke duit: 150.000 euro voor 3 hectare. „Ik wil het stappenplan wel volgen, omdat ik mij de kritiek van bewoners en milieubeweging aantrek. Met dit doek is naar mijn idee het probleem wel opgelost. De lichtkegel verandert nu in een schemerlampje. Het is onzinnig om te streven naar 100 procent. Dan moeten de straatlantaarns ’s nachts ook uit.”

De tuinder nuanceert de schade van licht. „Er zal best een kern van waarheid in zitten. Maar tussen economische vooruitgang en milieubelangen ontstaan altijd conflicten. Dat is van alle tijden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer